Het is niet per se noodzakelijk om binnenvaartschepen vandaag nóg groter te bouwen dan de gangbare norm van gisteren. Sterker nog, een schip dat korter is en daarmee aan wendbaarheid wint, heeft soms een voorsprong. Of, om de wijze woorden van Johan Cruijff in herinnering te brengen: “Elk nadeel hep zijn voordelen.”
Arnoud van Weelden staat samen met zijn echtgenote Joni Faasse aan het roer van de Cura. Het ‘kleine’ beunschip werd zaterdag 10 december feestelijk gedoopt op de werf van ZMS in Wemeldinge.
Stage V
Het jonge koppel heeft een bescheiden maar welbewuste staat van dienst opgebouwd in de binnenvaart. Joni en Arnoud hebben al de nodige vaaruren geklokt aan boord van de vorige Cura. Dat schip, uit 1962, is onder hun supervisie opnieuw gemotoriseerd tot Stage V-niveau – dat geldt voor zowel de hoofdmotor als de generator en de kopschroef.
Het is de jonge schippers bittere ernst om de uitstoot van roet en stikstof te reduceren. De switch naar de splinternieuwe Cura past perfect in dit plaatje. “Omdat het voldoen aan de strengste normen noodzakelijk is om in de toekomst te overleven”, klinkt Van Weelden overtuigd. “Ik denk dat zoveel wel duidelijk is.”
Steentje bijdragen
Om te overleven moet de binnenvaart aan de strengste normering voldoen. “Je moet wat dit betreft zelfs een beetje boven de concurrentie uitspringen om in beeld te komen bij verladers. Anders zien opdrachtgevers je niet meer staan. En daarbovenop kan het sowieso geen kwaad om een steentje bij te dragen aan het behoud van onze leefomgeving.”
Het grote voordeel van een beperkte maatvoering tegenover het fictieve schaalvoordeel van de standaard in nieuwe beunschepen spreekt voor zich. De Cura meert aan op plaatsen die voor andere beunschepen onbereikbaar zijn. “Ook al heb je dus minder lading aan boord, dan ben je nog steeds een interessante partij voor verladers.”
Primeur
Directeur Cees Nobel van scheepsbouwer ZMS haakt in: “De doop van de Cura betekent voor ons de primeur in een nieuw marktsegment. Het is de eerste van een nieuwe serie beunschepen die we gaan bouwen.”
Met een lengte van 80 meter, een breedte van 10 meter en een capaciteit van 1.850 ton is dit schip kleiner dan wat de werf in Wemeldinge normaliter gewend is. “Dat hier geen sprake is van toeval, lijkt me duidelijk”, knipoogt Nobel. “De missie is
Brussel bereiken over het water. Dat kan alleen met een schip dat wat betreft afmetingen en kruiplijn op deze leest is geschoeid.”
Met de genoemde kenmerken van het schip in combinatie met het duurzame karakter bewijst ZMS het binnenvaartbeleid van de overheid om te zetten in de bouw van schepen zoals de wetgever die het liefst in de vaart ziet komen.