Nederland kampt sinds woensdag (3 augustus) met een ‘feitelijk watertekort’. Daarmee is een einde gekomen aan de periode van ‘dreigend watertekort’. De waterverdeling is nu toevertrouwd aan Managementteam Watertekorten (MTW), bestaande uit Rijkswaterstaat, waterschappen, drinkwaterbedrijven, provincies en betrokken ministeries (LNV, EZK en IenW). Voor de scheepvaart in Nederland heeft dit niet direct consequenties, maar het lage water in Nederland en de omringende landen heeft wel gevolgen voor de situatie waaronder de schippers moeten werken.
Leny van Toorenburg van Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) vatte het woensdag op Radio 1 bij de NPO als volgt samen: “De binnenvaart vervoert nog steeds van A naar B maar met een hoger oppasgehalte.” Ze legde uit dat die hogere alertheid vooral noodzakelijk is waar bijvoorbeeld eenrichtingsverkeer op de vaarweg is ingesteld. Toch slaagde ze erin het te relativeren. “We hebben dit in 2018 ook meegemaakt, toen waren de waterstanden zelfs nog iets lager dan nu.” Maar het einde is nog niet in zicht. “Voor zondag wordt verwacht dat de Pegel in Kaub zakt naar 46 centimeter.” Over de relatie van de huidige situatie met de klimaatverandering: “Het wordt onvoorspelbaarder. Vorig jaar in deze tijd hadden we tegen elke verwachting in hoog water. Het lage water wordt steeds lager, het hoge water steeds hoger.”
Zandbak
Intussen komen steeds meer signalen dat het lage water impact heeft op de situatie op de vaarwegen. Sluizen gaan minder vaak open, vooral in de nabijheid van zeewater, om verzilting van de achterliggende kanalen te voorkomen. Ook de sluizen in Terneuzen openen minder vaak. Die sluizen blijven dicht vanaf 2 uur voor én tot 2 uur na laagwater om de hoeveelheid aan schutwater te beperken. Op één dag kunnen er dus 8 uur lang geen schepen via de sluizen in Terneuzen het Kanaal (van Gent naar Terneuzen) in of uit, met als gevolg langere wachttijden voor zeeschepen, binnenschepen en sleepboten.
Ook wordt er tijdens de schuttingen getracht om zoveel mogelijk schepen in één keer te schutten. Dit geldt overigens ook voor de sluis bij Evergem. Op het kanaal zelf is de diepgang ook beperkt. De 12,35 meter diepgang betekent uiteraard vooral voor de zeevaart een beperking.
In de Zutphense Museumhaven kwamen schepen droog te liggen. “Het is hier één grote zandbak”, aldus de voorzitter van stichting Hanzehaven Zutphen in Dagblad Tubantia. Veel schepen zijn door de droogte gevangen in de Zutphense haven.
De Volkskrant concludeert dat het drukker is op Rijn, Maas, Waal en IJssel. Johan Cornet, hoofd bevrachting bij de Particuliere Transport Coöperatie (PTC) zegt in die krant: “Een vaargeul die normaal 100 meter breed is, meet nu maar 50 meter. En daar zitten we dan met veel meer schepen in.”
De hogere transportkosten (meer en langere opslag, hogere vrachtprijzen, hogere energieprijzen) hebben direct effect op de eindproducten. De prijs van Nederlandse industrieproducten lag in juni 30,4 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar, aldus cijfers van het CBS. Dat is de hoogste stijging ooit gemeten.