Gezamenlijke bedrijven (joint ventures) mogen niet worden gebruikt om de mededingingsregels te omzeilen. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft onderzoek gedaan naar de joint venture Port Towage Amsterdam (PTA) en geconstateerd gesignaleerd dat deze samenwerking van de sleepbedrijven Svitzer en Iskes op gespannen voet staat met de mededingingsregels.
Om de door de ACM gesignaleerde mededingingsrisico’s weg te nemen, hebben Svitzer en Iskes verschillende opties onderzocht en uiteindelijk besloten om de joint venture op te heffen. Svitzer neemt PTA inclusief de sleepboten en de bemanning over die PTA inhuurde van Iskes en zal vier jaar lang de tarieven voor havensleepdiensten niet meer laten stijgen dan de inflatie. Dat zeggen de bedrijven toe aan de ACM, die geen overtreding vaststelt.
Lange tijd voerde Svitzer havensleepdiensten uit in de havens van Amsterdam en IJmuiden. In 2007 trad Iskes toe tot deze markt. Daarmee ontstond er onderlinge concurrentie en daalden de sleeptarieven voor klanten. In 2014 richtten Svitzer en Iskes een joint venture op, Port Towage Amsterdam (PTA), die alle sleepdiensten in de Amsterdamse regio van Svitzer en Iskes overnam.
Vraagtekens
De ACM vindt dat bedrijven die zéggen samen een nieuwe onderneming op te richten, ook daadwerkelijk een joint venture moeten oprichten die onafhankelijk opereert van de moederbedrijven. Bestuursvoorzitter Martijn Snoep: “De ACM had zorgen over de opzet van de joint venture PTA. De boten en bemanning bleven eigendom van en in dienst bij Iskes en Svitzer, terwijl PTA de prijslijsten voor havensleepdiensten in de haven van Amsterdam bepaalde. Svitzer en Iskes zeiden dat PTA een nieuwe zelfstandige onderneming was maar wij hadden daar vraagtekens bij.”
De toezegging van Svitzer en Iskes is een belangrijk signaal aan bedrijven die nadenken over de oprichting van een volwaardige joint venture, vindt de ACM. Dat betekent ook dat een joint venture zelfstandig moet kunnen werken ten opzichte van de moederbedrijven.