Vrijdagmiddag is onder grote belangstelling Vissluis Schellingwoude feestelijk geopend. Directeur Nienke Bagchus-Winkel van Rijkswaterstaat West-Nederland Noord verrichtte de officiële openingshandeling.
‘Ik ben erg blij dat met deze vissluis ook de langzaam zwemmende vissen in de gelegenheid zijn om te migreren tussen het Noorzeekanaal en het Markermeer’, aldus Nienke Bagchus-Winkel.
Het sluiscomplex van Schellingwoude heeft nu de beschikking over drie vispassages. De vispassage die vrijdag is geopend, is gebouwd in een maalgang van het voormalige schepradstoomgemaal (1893-1950) en is speciaal ontwikkeld voor langzaam zwemmende vissen, zoals glasaal, spiering en driedoornige stekelbaars. Uit onderzoek en monitoring is gebleken dat zij door de sterke stroming geen gebruik kunnen maken van de bestaande vispassages.
Vissluis Schellingwoude bestaat uit twee verticale schuiven die open en dicht kunnen, waardoor net als in een schutsluis vissen kunnen worden geschut. De vissen worden aangetrokken door het water dat door een kier onder de schuif aan de IJmeerzijde doorstroomt. De schuif aan de IJzijde staat dan open zodat de vis de sluis in kan zwemmen. Deze schuif wordt na een poosje gesloten en dan gaat de schuif aan de IJmeerzijde helemaal omhoog zodat de vissen de sluis richting het IJmeer kunnen verlaten, waarna de hele cyclus weer opnieuw begint.
Op de bodem van de oude maalgang zijn grote stenen neergelegd waardoor daar de stroomsnelheid afneemt. Daardoor kunnen ook kleinere vissen tegen de stroming inzwemmen of schuilen voor roofvissen. De vissluis werkt tussen februari en half oktober. Buiten die periode staan beide schuiven omhoog. Dan is de sluisfunctie niet nodig omdat door het geringe peilverschil tussen het Markermeer en het Noordzeekanaal de stroomsnelheid minimaal is. Ook de langzaam zwemmende vissen kunnen dan tegen de stroom inzwemmen.
Behoud en herstel
De waterbeheerders en andere betrokken omgevingspartners in het Noordzeekanaalgebied hebben een speciale verantwoordelijkheid voor het behoud en herstel van de trekvispopulaties die in deze regio thuishoren. Gemalen en sluizen belemmeren het natuurlijk migratiegedrag van trekvissen. Daarom worden maatregelen getroffen zodat vis van de zee naar polders en plassen kan trekken en weer terug. In en rondom het Noordzeekanaal is hard gewerkt om gemalen en sluizen aan te passen. Er zijn inmiddels vele vispassages aangelegd in de Noordzeekanaalregio.
Trekvissen zijn vissen die hun leven deels in de zee en deels in het zoete binnenwater doorbrengen. Door de aanwezigheid van diverse gemalen en sluizen zijn de de routes versnipperd en is het voor trekvissen heel moeilijk geworden geschikte paai- en opgroeigebieden te bereiken. Ook vissen die hun hele leven in zoet water doorbrengen mogen natuurlijk gebruik maken van de vispassages. Hierdoor wordt hun leefgebied een stuk groter en kan uitwisseling van genetisch materiaal tussen verschillende populaties plaatsvinden.
Er zijn de afgelopen jaren diverse grootschalige onderzoeken gedaan naar migratie van trekvissen in en om het Noordzeekanaal. De resultaten van de onderzoeken worden gebruikt om de migratieroutes voor trekvis en andere vissoorten verder te optimaliseren. De waterbeheerders in en om het Noordzeekanaal werken daarin intensief samen.
Europese Kaderrichtlijn Water
De aanleg van deze vispassage is een maatregel die voortkomt uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze richtlijn bepaalt dat de wateren een goed leefgebied moeten vormen voor de planten en dieren die er thuishoren. Die duurzame aanpak biedt kansen voor Nederland, de burger en ons bedrijfsleven. Hier is nog grote winst in te behalen door leefgebieden te herstellen, vissen ruim baan te geven en het water schoon en gezond te houden. Water houdt zich niet aan grenzen en vis evenmin. Daarom werken Rijkswaterstaat en de andere waterbeheerders nauw samen om de doelstelling van de KRW te halen.