De expositie over de Nederlandse koopvaardij die in de hoofdvestiging van de STC-Group in Rotterdam te zien is, besteedt vanaf 1 oktober aandacht aan de ‘Koninklijke Vermelding bij Dagorder’.
Kort na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog, toen men besefte wat zich op zee had afgespeeld, ontstond de behoefte om de prestaties van een aantal koopvaardij- en marineschepen te eren. licht conservator Willem Geluk toe. Dit mondde uit in het Koninklijk Besluit van 16 december 1947 om de ‘Koninklijke Vermelding bij Dagorder’ in te stellen.
Dit Koninklijk Besluit vormde de “beloning van uitstekende daden verricht door schepen van de Koninklijke Marine, alsmede door koopvaardijschepen, varende onder Nederlandse vlag, welke overeenkomt met de vaandelinscriptie, die kan worden verleend aan onderdelen van de krijgsmacht”.
Ondina
De onderscheiding werd verleend aan schepen die zich na het uitbreken van de oorlog op 10 mei 1940 in de strijd hebben onderscheiden. Daaraan verbonden was een bronzen plaquette met daarin de tekst van de Dagorder gegraveerd. De tekst bevat het verhaal van het betreffende schip. Opvarenden (of hun nabestaanden) die zich op het moment van de actie aan boord van het oorlogs- of koopvaardijschip waren, ontvingen een koninklijke oorkonde.
De Koninklijke Vermelding bij Dagorder is toegekend aan drie schepen van de Koninklijke Marine en aan zes koopvaardijschepen. Die koopvaardijschepen waren de Ondina, de Mijdrecht, de Polydorus, de Kampar, de Aagtekerk en de Frans Hals (de latere Alchiba).
foto: De Ondina.
