VBR-voorzitter Jo Van Duynslaeger (foto) blikte vrijdag 22 januari met gemengde gevoelens terug op 2015, een jaar met een licht herstel van de vrachten maar ook met veel onzekerheid. Te weinig jonge schippers voelen zich geroepen om de belangen van de sector te behartigen. Hoe moet het verder met de 9 binnenvaartorganisaties in België?
In België is het onderscheid tussen binnenvaartorganisaties die de belangen van particulieren behartigen en de belangenbehartigers van de rederijen nagenoeg vervaagd. De VBR is volgens Van Duynslaeger uitgegroeid tot de beroepsvereniging die alle binnenvaartbelangen vertegenwoordigt, ongeacht het feit of men personeel in dienst heeft. Maar om die taak te kunnen blijven waarnemen, is meer mankracht nodig.
Voor het vierde jaar op rij riep de VBR-voorzitter jongeren op zich aan te sluiten, verantwoordelijkheid te nemen en mee te werken aan de toekomst van de vereniging en de sector. Helaas waren bij de jaarvergadering nauwelijks jongeren aanwezig.
Bijscholing
Veel Belgische binnenvaartondernemers hebben in 2015 weer wat reserves opgebouwd en konden meer afbetalen aan de banken. Die banken klagen over een gebrek aan professionaliteit in de sector. Veel schippers zouden onvoldoende ondernemer zijn en daardoor geen kredieten loskrijgen. Het Kenniscentrum Binnenvaart Vlaanderen (KBV) wil daarom – met geld uit het sloopfonds – een bijscholingsinitiatief optuigen.
Verder pleitte Van Duynslaeger voor een vergroeningsconsulent in de sector – naar Nederlands voorbeeld. De vergroening van de Belgische vloot komt traag op gang. Enerzijds door de lage brandstofprijzen en het feit dat een milieuvriendelijk schip niet leidt tot een betere vrachtprijs. Anderzijds doordat menig schipper door de bomen het bos niet meer ziet wat regelgeving en beschikbare technieken betreft.
“Een vergroeningsconsulent kan leden informeren over de mogelijkheden en hen ondersteunen bij het indienen van dossiers bij banken en overheden.” Volgens Van Duynslaeger staat hiervoor een initiatief in de steigers bij het KBV.
Concurrentiepositie
Het Instituut voor Transport langs de Binnenwateren (ITB) zet momenteel een campagneplan op rond de concurrentiepositie van de Belgische binnenvaart. Uit onderzoek bleek vorig jaar dat Belgische binnenvaartondernemers veel hogere loonkosten hebben dan hun buitenlandse collega’s.
Van Duynslaeger: “Alle watergebonden sectoren, behalve de binnenvaart, genieten in België van een loonkostenvermindering omwille van de sterke internationale concurrentie. De aanbevelingen uit de studie moeten dan ook snel in wetteksten worden omgezet.”
Kostprijswet
Verder stipte hij aan dat België nog steeds geen commissie binnenvaart heeft die zich bezighoudt met marktobservatie. De oprichting daarvan werd aangekondigd in de wet van 2014, die er kwam naar aanleiding van de schippersacties.
Sinds 2014 heeft België een wet die het onder de kostprijs gebruiken of in gebruik geven van een schip verbiedt. De wet geldt voor alle binnenschippers die geheel of gedeeltelijk in België varen, ongeacht hun vestigingsplaats. Eenzelfde verbod bestaat in Frankrijk al jaren.
De EBU heeft tegen de wet een klacht ingediend bij de Europese Commissie. Van Duynslaeger noemt het ‘bevreemdend’ dat tegen de Franse regeling géén klacht is ingediend. Ook heeft de Commissie geen bezwaren geuit bij de totstandkoming van de wet. Het standpunt van de Commissie is nog niet bekend.
“Het kan niet zo zijn dat het verbod in het ene land wel zou gelden en in het andere niet. Het rendabel kunnen exploiteren van een schip is een wezenlijke vereiste voor een gezonde markt. Vrachtdumping ontwricht de markt.”