Containerrederijen moeten flexibeler zijn in het aantal kostenvrije dagen dat zij containers uitlenen aan vervoerders. EVO, TLN, KNV en FENEX vragen om verlenging van deze “detentievrije periode”. De vier organisaties uit het vervoerend en verladend bedrijfsleven wijzen erop dat containers uit duurzaamheids- en efficiëntieoverwegingen steeds vaker over water en per spoor naar het achterland gaan, waardoor de totale transporttijd toeneemt. Om de detentiekosten zoveel mogelijk te beperken, roepen de organisaties de rederijen op om het aantal vrije dagen te verhogen.
Barrières wegnemen
Detentiekosten zijn de kosten die rederijen in rekening brengen voor de uitleen van hun containers. Met de komst van Maasvlakte 2 zal een nog groter aandeel van het achterlandvervoer vanaf de terminal per trein en binnenvaart plaatsvinden. ‘Door deze verschuiving neemt in bepaalde gevallen de transporttijd toe’, aldus EVO.
De verladers pleiten er samen met de wegvervoerders van TLN, de spoorvervoerders van KNV en de in FENEX verenigde expediteurs voor ‘dat de barrières die de keuze van de vervolgmodaliteit belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen, zodat efficiënt en duurzaam achterlandvervoer wordt gestimuleerd. Dat geldt ook voor de detentievrije periode.’
Te kort
Een aantal rederijen past een detentievrije periode toe van twee of drie dagen. ‘Bij vervoer over het spoor of via de binnenvaart is dit te kort’, stelt EVO. ‘Het gevolg hiervan is dat een transportondernemer, expediteur of verlader als snel detentiekosten krijgt doorberekend. Hiermee nemen de kosten van vervoer over het spoor en via de binnenvaart toe en de bereidheid om voor deze modaliteiten te kiezen af.’
De organisaties pleiten er daarom voor om de detentievrije periode te verlengen ‘en daarmee duurzaam en efficiënt multimodaal goederenvervoer te stimuleren’. Hoeveel dagen de uitleen dan kostenvrij zou moeten zijn, daarover spreken ze zich niet uit. ‘Het specifieke aantal vrije dagen is onderdeel van individuele contractafspraken tussen verlader/expediteur en rederij.’
Bij achterlandvervoer over water en spoor past ‘een aanzienlijk deel van de tien grootste rederijen’ al een hoger aantal vrije dagen toe. EVO, TLN, KNV en FENEX hopen dat de overige rederijen dat voorbeeld volgen ook meer flexibiliteit tonen door het aantal vrije dagen bij containervervoer per spoor of binnenvaart te verhogen.