De driemastschoener Oosterschelde, de bark Europa en de logger Tecla zijn in Australië gearriveerd. In de voetsporen van de 400 jaar oude specerijenhandel voer de vloot van de Dutch Tall Ships in tien maanden naar Fremantle aan de Australische kust.
In september vorig jaar begon het avontuur. Eerst werd Brazilië, Antarctica, Zuid-Amerika, Zuid Afrika en Mauritius bezocht om vervolgens koers te zetten naar down under.
Van het randje vallen
Toen eeuwen geleden de eerste specerijschepen vertrokken uit Amsterdam, dachten de zeevarenden dat de aarde plat was en dat ze van het randje af zouden vallen. Men liet zich varen waar de wind hen heen bracht. Er was een reële angst dat ze werkelijk het einde van de wereld zouden bereiken en zouden verdwijnen.
Hoewel de bemanning daar in de huidige tijd niet bang voor hoeft te zijn, nemen de schepen het zo nu en dan nog steeds op tegen de uitzonderlijke krachten van de natuur. Zo ook wanneer de schepen op expeditie gaan naar de plek waar VOC-schip Batavia aan de grond liep.
VOC-schip Batavia
Het verhaal van de Batavia is wereldwijd bekend en nauw verbonden met de Australische kust. Op zijn eerste reis in 1629 is het schip aan de grond geraakt op de Abrolhos Islands. De gevaarlijke kust heeft in die tijd tientallen schepen geëist, maar het verhaal van de Batavia is ongeëvenaard vanwege de muiterij tussen de overlevenden.
De drie schepen vertrekken komend weekend voor de twaalf dagen durende reis naar de Abrolhos Islands. Daarna varen ze langs verschillende Australische havens, zoals Adelaide, Melbourne, Hobart en Sydney.
Voorlopig is de Dutch Tall Ships vloot nog wel even onderweg, de schepen zullen in de zomer van 2014 weer terugkomen in Nederland. Iedereen aan de wal kan de schepen volgen en de logboeken lezen op www.dutchtallships.com.
De aankomst in Fremantle was zeer spectaculair. Al zeilend kwam de Europa de haven binnen.
