De Havenbedrijven van Antwerpen en Rotterdam gaan samenwerken om de pijpleidinginfrastructuur tussen de twee havens te versterken. Ze laten een startstudie verrichten naar het tracé en de kosten van een nieuwe 100 kilometer lange ondergrondse verbinding. Een nieuwe pijpleiding kan de tankvaart flink wat lading kosten.
De jaarcapaciteit van RAPL, hier in de Europoort, is 32 miljoen ton per jaar. De benutting zit doorgaans dicht tegen dat maximum aan. (foto Roy Borghouts)
“Initiatieven op het gebied van pijpleidinginfrastructuur tussen verschillende clusters worden niet snel geïnitieerd door marktpartijen, o.a. gezien de hoogte van de investeringen, de tijdsduur van een project en het verkrijgen van een tracé en vergunningen”, schrijven het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en Havenbedrijf Rotterdam in een toelichting. Als “onafhankelijke partijen” kunnen zij een stimulerende functie vervullen.
Interesse toetsen
De twee havenbedrijven laten daarom gezamenlijk een tracéstudie en globale kostenraming voor de ontwikkeling van een pijpleidingbundel tussen Antwerpen en Rotterdam uitvoeren. Ook gaan zij met de resultaten van de studie in hun eigen haven toetsen of er interesse is bij marktpartijen.
“Als daar interesse bestaat en er een duidelijke win-win uit voortvloeit voor beide havengemeenschappen, kan er een gericht plan worden ontwikkeld. Dit samenwerkingsinitiatief kan model staan voor andere samenwerkingsprojecten tussen havens. Het gaat daarbij niet om een ‘alomvattende’ samenwerking maar om een specifiek project waarbij twee of desgevallend meerdere havens baat kunnen hebben.”
Alternatief voor weg, water en spoor
De industrie in Antwerpen en Rotterdam concurreert op de wereldmarkt, en is daarom zeer gebaat bij schaalvergroting en een efficiënte kostenpositie van de haven- en industriecomplexen waarin zij opereren, redeneren de Havenbedrijven. “Betere onderlinge verbindingen dragen hieraan bij. Door pijpleidingen kunnen bedrijven binnen een industrieel cluster en verschillende industriële clusters onderling, beter geïntegreerd worden.”
In de toelichting stellen de havenbeheerders: “Pijpleidinginfrastructuur is een veilig en duurzaam alternatief voor transport via weg, water en spoor, verbetert de bereikbaarheid en flexibiliteit, en zorgt ervoor dat de haven- en industriecomplexen van Antwerpen en Rotterdam zich kunnen blijven ontwikkelen. Naast het uitwisselen van grondstoffen, kunnen bedrijven binnen de respectieve havengebieden gemakkelijker reststoffen uitwisselen en zo hun energieverbruik, uitstoot, neven- en afvalstoffen en kosten verlagen.”
Bestaande leidingen
Er liggen al diverse pijpleidingen tussen beide havengebieden (en de daar tussen in gelegen havens van Vlissingen, Moerdijk en Terneuzen):
– Rotterdam-Antwerpen Pijpleiding (RAPL), sinds 1971, voor ruwe olie
– Central European Pipeline System (CEPS) voor olieproducten
– meerdere leidingen voor ethyleen en propyleen en voor de industriële gassen waterstof, stikstof en zuurstof.