Jongeren spelen een grote rol in de toekomst van de binnenvaart. Het lijkt een open deur, maar het is noodzakelijk dat de sector zich bewust is van de indruk die de scheepvaart maakt op jongeren die voor dit vak moeten kiezen. Dit was één van de hoofdthema’s van een seminar bij de STC Group op vrijdag 14 oktober.
Robert Tieman (r) en Rob van Reem bij het seminar van de STC Group.
Erik Hietbrink, voorzitter van het college van bestuur van de STC Group en gastheer van het seminar ‘De Toekomst van de Binnenvaart’, zei te hopen dat op meer plaatsen binnenvaartonderwijs zou worden gegeven in de toekomst. Hij plaatste scherpe kanttekeningen bij de uitdrukking ‘versneld opleiden’. Hij spreekt liever van het ‘op maat opleiden van de zij-instromers’ “Aan de meeste zaken moet wel aandacht worden besteed." Hij ziet overigens een wereldwijde ontwikkeling in de binnenvaart. Dat hangt bij STC wel samen met het op diverse plaatsen op de wereld vestigen van opleidingen, waaronder binnenvaartopleidingen aan de Mekong in Vietnam en op de Filippijnen. Het inhuren van personeel dat uit die landen afkomstig is zou hij graag anders zien gebeuren, vooral door partnerships in die landen te sluiten. “Daarmee kun je voorkomen dat de scheepseigenaar 3.000 euro per maand betaalt voor een matroos, die daar hooguit 1.400 euro van over houdt.”
Om in die landen vestigingen te openen heeft wel wat voeten in de aarde gehad. “Wij struikelden ook over de bureaucratie en de corruptie, maar steden als Saigon met 8 miljoen inwoners en Phnom Penh waar ook miljoenen wonen, zijn met elkaar verbonden door een rivier en die gillen om binnenvaart.”
Alle kansen dus voor de binnenvaart. Hietbrink wil echter niet de indruk wekken dat het alleen nog om buitenlandse matrozen gaat bij de opleidingen. “Ook de Nederlandse jongeren verdienen een plek. Ik denk dat er nog veel meer mogelijk is door samenwerking met de binnenvaart.” Maar de binnenvaart is natuurlijk niet de enige sector die jongeren wil interesseren om opleidingen te volgen. “Het gevecht om de jongeling is losgebrand.” Hoe berekenend daar vanuit het onderwijs wordt omgegaan, gaf hij vervolgens aan met het voorbeeld van een open dag. “Als daar een jongen of meisje weer wegloopt zonder zich voor de opleiding in te schrijven, scheelt dat de opleiding 25.000 euro. Dat is een derde van een docentenbaan.”
Engels
Laat de jongeren het maar niet horen, want dan zouden ze hun eisen verder opschroeven. Nu al is bijna niet meer aan het wensbeeld van jongeren te voldoen, zegt Hietbrink. “Ze willen 24 uur per etmaal online kunnen zijn – schokkend, maar waar.”
In de zeevaart is het beroep ook steeds moeilijker te verkopen. “Na acht weken op zee arriveert een zeeman in de haven en dan mag hij wegens security niet aan de wal.”
Personeel vinden is ook op een ander niveau voor de opleidingen lastig, vertelde Hietbrink. “Mensen vinden met ervaring in de binnenvaart is ‘a hell of a job’. Je wilt toch niet straks een Vietnamese of Braziliaanse kapitein voor de klas?” Niet dat hij iets tegen buitenlanders heeft. “Maar dan moeten de leerlingen wel perfect Engels kunnen verstaan.”
Rob van Reem gaf in zijn inleiding een overzicht van de opleidingsmogelijkheden die er momenteel zijn in de binnenvaart.
Dat zal in de toekomst toch wel moeten, zo vertelde Rob van Reem ’s middags bij hetzelfde seminar. Toen zat Erik Hietbrink al lang en breed in St. Petersburg, want die moest zich na zijn inleiding haasten naar Schiphol. Rob van Reem is unit manager voor contractonderwijs bij STC BV. Hij gaf in zijn inleiding een overzicht van de opleidingsmogelijkheden die er momenteel zijn in de binnenvaart.
De gedachte achter dit seminar was hoe de binnenvaart levend te houden in de toekomst en dat werd ingevuld met twee antwoorden: innovaties (’s morgens) en goede opleidingen (’s middags). De dag werd begeleid door CBRB-directeur Robert Tieman, die zowel een inleiding als een conclusie verzorgde.
De ongeveer honderd aanwezigen kwamen gezamenlijk onder zijn leiding tot de conclusie dat weliswaar de binnenvaart zeer kansrijk is, maar dat tevens breed moet worden samengewerkt om jongeren te interesseren voor het werken in die sector.
De samenwerking in de binnenvaart onder organisaties gaat de goede kant op, zo lijkt het. Tieman voegde daar nog aan toe: “We zijn bereid de naam CBRB los te laten, maar dan moet de organisatie wel heel breed worden gedragen, inclusief bijvoorbeeld de binnenhavens.”
Terminal haulage
Ook samenwerking met de stuwadoors behoort tot de mogelijkheden. Jan Waas, Director Technology & Engineering bij ECT, gaf aan de binnenvaart als partner te zien. Hij voegde aan het bestaande jargon in de containerverantwoordelijkheid van carrier en merchant haulage een nieuwe term toe: terminal haulage. Dit in verband met de nog vrij nieuwe aanpak bij ECT van de European Gateway Services, waarbij een netwerk van terminals in het binnenland aan de zeeterminal(s) wordt gekoppeld, waardoor ook het transport over de binnenwateren onder verantwoordelijkheid van ECT is gekomen. Dit soort moderniseringen bevordert de rol van de binnenvaart meer. Dat wordt sterk gestimuleerd door de contracten die het Havenbedrijf Rotterdam heeft gesloten met de nieuwe terminaleigenaren op Maasvlakte 2, die een boete krijgen als minder dan 45 % van de containers over water naar het achterland gaat. En het gaat volgens Jan Waas heel snel met die ontwikkeling richting binnenvaart. “In Venlo hadden we twee jaar uitgetrokken om de waterterminal vol te plannen. Binnen een maand was het gebeurd.”