De waterbouwmarkt maakt dit en volgend jaar een sterke groei door met in totaal 10 procent toename van de omzet. De markt bereikt daarmee in 2019 een omvang van 2,8 miljard euro.
Dat blijkt uit de marktstudie Opgaven en kansen voor de waterbouw 2018-2028 die het EIB in opdracht van de Vereniging van Waterbouwers heeft uitgevoerd. Rijkswaterstaat, goed voor 30 procent van de opdrachten, investeert deze jaren meer in dijken, vaarwegen en kades. Bij de waterschappen (35 procent van de markt) nemen de investeringen in 2018 en 2019 af.
De waterbouwmarkt wordt in de komende jaren gekenmerkt door een grote mate van ‘discontinuïteit’: sterke pieken en dalen. Dat ligt aan de investeringsplannen – of het ontbreken daarvan – bij opdrachtgevers. Dat is volgens de Vereniging van Waterbouwers (VvW) niet alleen inefficiënt vanuit het perspectief van budgettering, het belemmert ook de vooruitzichten voor meerjarige investeringen in innovaties door bedrijven en helpt niet om de sector aantrekkelijker te maken op de arbeidsmarkt.
Personeel
De komende jaren is weer veel nieuw personeel nodig. Mede door de vergrijzing bij de waterbouwbedrijven. In totaal gaat het voor de periode 2018-2023 om 4.500 nieuwe werknemers.
Daarbij gaat het steeds vaker om functies in de projectstaf, waaronder projectleiders, werkvoorbereiders, risico- en omgevingsmanagers. De VvW verklaart: “Deze verschuiving komt vooral voort uit de toepassing van geïntegreerde contractvormen door Rijkswaterstaat en de waterschappen, waarbij meer taken bij de marktpartijen komen te liggen, zoals ontwerp en communicatie.”
