“Mijn broer Wim heeft op een blauwe maandag André Hazes als matroos aan boord gehad.” Journalist Bas van der Hoeven komt uit een schippersfamilie. “Mijn vader had tien broers die gingen varen. Hij was de enige met een baan aan de wal. Op een scheepswerf, dat wel. Vakanties lang ben ik met 5 kilometer per uur op een sleepschip richting Basel gesukkeld, heb ik op Van Ommeren-tankers de Neckar bevaren en ben ik met particuliere kempenaartjes het IJsselmeer overgestoken.”
Bas van der Hoeven. (foto www.manonbruininga.nl)
“Ik werd monteur bij scheepswerf Bodewes in Millingen en ging altijd met de proefvaarten mee. Dat was een mooie baan. Maar in de jaren ‘70 kwam er met de oliecrisis de klad in. Bij Bodewes werden destijds offshore-schepen gebouwd voor Smit-Lloyd om de olieplatforms te bevoorraden. Twaalf jaar lang heb ik daar gewerkt. Omdat het slecht ging bij Bodewes, moest ik op zoek naar ander werk. Ik kwam bij Machinefabriek De Boer in Nijmegen terecht, waar ik werktuigkundige werd.”
Motorongeluk
“Toen kreeg ik een motorongeluk, waar ik een kapotte knie aan overhield. Daarna trad ik als servicemonteur bij een firma in bakkerijmachines in dienst. Maar op een gegeven moment kon ik die machines niet meer tillen, of op mijn knieën zitten. Dus kwam ik bij de binnendienst terecht. Dat was helemaal niks, ik verveelde me kapot daar. Vervolgens ben ik bij een huis-aan-huis-blad aan de slag gegaan. Knippen en plakken, verhalen redigeren, verhalen schrijven, dat soort werk. Ik heb altijd wat met taal gehad. Via dat huis-aan-huis-blad heb ik mij als weekendkracht bij de Gelderlander gemeld.”
Sindsdien werkt Bas van der Hoeven bij die krant. Vanaf de koude grond leerde hij schrijven. “Ik wist aanvankelijk niet hoe ik een nieuwsverhaal moest maken. Ik heb wat peentjes zitten zweten. Mij lukte het maar niet om feitelijk te blijven en het nieuws te melden. Ik had het geluk dat er een paar mensen waren die iets in mij zagen en mij wilde begeleiden. In een paar jaar tijd groeide ik uit tot een journalist.”
Waal
Meer dan eens zit Van der Hoeven voor zijn schrijfwerk in de buurt van water. Wat niet zo moeilijk is, want het gebouw van de Gelderlander is in de oksel van Waalhaven en Waal gebouwd.
“Mijn hart klopt nog altijd als ik op een schip kom. Als ik dat ruik … dat gaat nooit meer weg. Bij Bodewes bouwden we zeeslepers voor Dubai en Egypte en moesten we vaak voor de proefvaart naar Rotterdam. Daar bleef ik dan soms zes weken achter elkaar. Toen was het nog leuk op de Nieuwe Binnenweg, die nog niet was overgenomen door drugsdealers. Het was er gezellig ’s avonds tussen de hoeren en zuiplappen. Zonder dat er geweld aan te pas kwam.”
“Met acht boeren uit Millingen zaten we dan weken lang in een huiskamerkroeg als Pension Meri, vlak bij de Nieuwe Binnenweg. Fantastisch. Dat was een mooie tijd. In Rotterdam bouwden we de schepen uit Millingen af. Daar gingen pas het dek, de stuurhut en de mast erop. En dan proefvaren op zee. Ook die ‘bank’-boten, zoals de Breedbank, de Doggersbank, Scheldebank die in de Scheurhaven de grote schepen binnen moesten brengen, zijn allemaal in Millingen gebouwd. Ik heb nog altijd iets met het water ja.”