Zondag 29 mei begint de expositie ‘Van Kofschip tot Winkelparadijs, de Oldenburgers en de Veenkoloniale zeevaart in de 19de eeuw’ in het Veenkoloniaal Museum in Veendam. Die behandelt het leven van generaties Vanderveen.
In het Drents Archief in Assen wordt het omvangrijke familiearchief van de familie Vanderveen bewaard, bij velen beter bekend als het Warenhuis Vanderveen te Assen. Het Asser warenhuis is nauw verbonden met de zeevarende Pekelder families Oldenburger en Eemsinga. Daarnaast beschikt het Kapiteinshuis uit Nieuwe Pekela over een uitgebreide verzameling van correspondentie van de familie Oldenburger. Het Veenkoloniaal Museum te Veendam zette de archieven om in een tentoonstelling.
Albert Oldenburger aan boord van de Acadië II en de winkel van Vanderveen in de Oudestraat te Assen.
Op zondagmiddag 29 mei, om 16.00 uur zal de tentoonstelling door locoburgemeester H.A. Matthijsse worden geopend en tevens wordt de bijbehorende publicatie gepresenteerd waarin de Pekedler zeevaart en het verhaal van de Oldenburgers centraal staat.
Zeevaarttraditie
De tentoonstelling gaat over de Oldenburgers, maar laat vooral de gebeurtenissen in de 19e eeuw zien. Zo maken bezoekers kennis met de Napoleontische tijd, veenbranden, de zeevaartschool Veendam, De Belgische opstand en de opkomst en de ondergang van de Veenkoloniale zeevaart.
Brieven van de kapitein Albert Klaassens Oldenburger (1781-1840), Jan Boelens Oldenburger ( 1811-1834), Jan Alberts Oldenburger (1829-1880) geschreven aan naaste familie en correspondentie van rederij Henkes uit Schiedam die bijna alleen Pekelders in dienst had, vormen de rode draad. Met het verhaal van Albert Oldenburger die in 1900 overboord sloeg van de schoener Acadie II loopt de zeevaarttraditie in af.
Met man en muis vergaan
Jan Boeles Oldenburger komt op de Schelde in de Belgische opstand terecht, Albert Klaassens probeert in de Napoleontische tijd wetten te ontduiken om toch maar te kunnen varen en Jan Alberts Oldenburger laat zich in 1880 helemaal in de emotie van de dag meeslepen als hij schrijft over een 13-jarig jongetje dat op gruwelijke wijze in Den Haag wordt vermoord. De straffen, zo schreef hij meer dan 130 jaar geleden, zijn veel te laag en Nederland verloedert…
Doetje Oldenburger-Eemsinga met dochters.
Het zijn trouwens bijna de laatste brieven die hij schreef. Jan Alberts Oldenburger verging in dat jaar met man en muis met zijn schip De Harmonie nabij het eiland Rügen en liet vrouw en kinderen achter. Met het geld van de verzekering begon zijn vrouw in Nieuwe Pekela een winkeltje. Handel zat waarschijnlijk al in haar bloed want in de tijd dat haar man nog voer was ze al gewend om allerlei handelswaar die ze tijdens de zeereizen kocht, van huis uit te verkopen.
Warenhuis
Dochter Antje erfde deze ondernemingsgeest. Omstreeks 1890 verhuisde ze naar Assen om aan de slag te gaan bij de firma Bertram. Daar leerde ze de jonge Bareld van der Veen kennen. In 1893 schreef Antje al aan haar moeder: "In Assen is toekomst voor een winkel. Er komt met die kazerne zoveel volk in Assen dat we het zelf ’t een en ander konden beginnen." En zo stapt ze in het ondernemerschap en droomde er van dat haar winkel ooit zou uitgroeien tot een warenhuis zoals ze die in Londen, Liverpool en New York had gezien.
Haar droom kwam uit. Het eenvoudige winkeltje groeide uit tot het huidige Warenhuis Vanderveen. Deze en andere boeiende verhalen verbonden door de brieven van de Oldenburgers zijn tot en met 25 september in het Veenkoloniaal Museum te Veendam te zien.
Het Veenkoloniaal Museum is gevestigd aan het Museumplein 5, 9641 AD Veendam. Telefoon: 0598 364224
Geopend dinsdag tot en met donderdag van 11.00 tot 17.00 uur en vrijdag tot en met maandg 13.00 – 17.00 uur.