De SP in Zuid-Holland vraagt het provinciebestuur om opheldering over een hoog benzeengehalte in de lucht dat begin februari in het westelijk deel van het Rijnmondgebied werd gemeten. Twee keer in korte tijd was er een chemische lucht te ruiken in Zuid-Holland, waarschijnlijk door een zeeschip dat zijn tanks ontluchtte. De pieken leverden veel klachten van bewoners op en veel onduidelijkheid bij de milieudienst DCMR, aldus de partij. SP-Statenlid Lies van Aelst zegt: ‘Het kan niet zo zijn dat het volkomen onduidelijk is waar een chemische stof vandaan komt, dergelijke overlast veroorzakende schepen moeten traceerbaar zijn en aangepakt worden.’
Ongehoord
Op 4 februari werd in de Botlek een forse overschrijding van de norm voor benzeen gemeten. In januari kreeg de milieudienst DCMR ook al meer dan honderd klachten over een sterke chemische lucht. De aard van de stof en de veroorzaker waren niet traceerbaar. In beide gevallen concludeerde de DCMR dat dit waarschijnlijk werd veroorzaakt door schepen die hun tanks luchten.
De SP vindt het "ongehoord dat schepen in de nabijheid van gebieden met zo veel inwoners als in de Rijnmond zomaar chemische stoffen in de lucht mogen brengen en dat de milieudienst daartegen niet veel kan ondernemen".
‘Deze schepen zouden zich aan dezelfde strenge voorschriften omtrent veiligheid en milieu moeten houden die ook gelden voor bedrijven uit de regio. Ik hoop dat de vragen er toe leiden dat er beter toezicht komt op passerende schepen", Aldus van Aelst.
♦ Lees ook: ‘Niet schepen maar NAM schuldig aan benzeenpieken’
