Bij de acties voor een Europees vervoersbeleid om de crisis in de binnenvaart aan te pakken krijgt de ASV steun van zelfstandige truckers verenigd in VERN. Dat bleek afgelopen zaterdag (23 maart) tijdens de ledenvergadering van de ASV. VERN-voorzitter Klaas de Waardt vertelde daar dat wegvervoerders overeenkomstige problemen hebben en zich samen met de schippers sterk willen maken voor de positie van ondernemers in het vervoer.
Circa vijftig mensen waren naar het openbare middaggedeelte van de ASV-vergadering in Rotterdam gekomen. Onder wie twee vertegenwoordigers van Ons Recht. De Belgische schippersorganisatie houdt donderdag 11 april een protestactie bij het Europees Parlement.
Die dag stond zou er een vergadering zijn van de transportcommissie van het parlement. De vergadering is intussen van de agenda geschrapt, maar het protest gaat door.
De ASV en de Franse organisatie La Glissoire steunen de actie. Er hebben zich al ruim 200 scheepseigenaren aangemeld. De doelstelling van de initiatiefnemers is minimaal 500 man op de been te krijgen. Onderdeel van het protest is dat zij hun schepen die dag stil leggen.
Transportvakantie
Als er 11 april voldoende animo is, willen de binnenvaartorganisaties de actie uitbreiden. Dat zal dan samen met de eigen rijders van VERN gebeuren. Bij die vereniging zijn 1.300 kleinere wegtransportondernemers aangesloten. Volgens voorzitter Klaas de Waardt is de actiebereidheid bij zijn achterban groot. “De problemen waar wij mee te maken hebben, zijn vergelijkbaar. Als we samen optrekken, staan we sterker.”
Hij stelde voor een oud idee van hem uit te werken: een ‘transvak’. Met een algehele transportvakantie van vijf dagen zou zo veel druk ontstaan dat wel naar de schippers en truckers geluisterd wordt. “We zijn de machtigste factor van Europa. We gaan op vakantie, met z’n allen tegelijk. Als de binnenscheepvaart en het wegvervoer vijf dagen stilliggen, ligt alles plat.” De Waardt pleitte voor een internationale actie: “Het is geen Nederlands probleem, maar een Europees probleem.”
Europees vervoersbeleid
Ons Recht, ASV en La Glissoire gaan het Europees Parlement een voorstel aanbieden waarmee de crisis in de binnenvaart aangepakt kan worden en dat ook daarna voor evenwicht op de markt moet zorgen. “Nu is sprake van moderne slavernij. Dat zouden we ook als maatschappij niet moeten willen”, lichtte Sunniva Fluitsma, vicevoorzitter van de ASV zaterdag toe. “Daarom moet er een Europees vervoersbeleid komen.”
Sunniva Fluitsma legt de standpunten van de ASV uit. (foto Tekst & Toebehoren)
Nu ontbreekt het aan elk beleid, vindt de vereniging. Oud-voorzitter Bauke Veldman: “Er is wel aandacht voor de binnenvaart als geheel, maar niet voor de binnenvaartondernemer en hoe hij moet werken.” Fluitsma: “Wij zijn een sociaal-economische organisatie voor de schippers: het heeft gewoon met euro’s te maken.”
Luiken dicht
De nood is hoog, stelden de vertegenwoordigers van Ons Recht. “We worden uitgewrongen. Failliete schepen komen voor eenderde van hun waarde weer terug in de vaart. We komen geen stap verder. We hebben behoefte aan rendabele transporttarieven. We moeten de luiken dicht gooien.” Ons Recht roept schippers op hun schepen op strategische punten af te meren (in Luik, in het Straatsburger dok in Antwerpen en in Gent) zodat zichtbaar is dat er brede steun voor de actie is.
Marktobservator
Het voorstel van de schippers bestaat uit vier onderdelen. De aanpak van de overcapaciteit is daar één van, maar, zo staat in het voorstel “dit kost veel geld en is geen structurele oplossing zonder flankerende maatregelen. Er is geen draagvlak om dit door de schippers te laten betalen.” Ook zou nieuwe “niet gefundeerde toevoeging van nieuwbouwtonnage” voorkomen moeten worden.
De twee onderdelen waar ASV, Ons Recht en La Glissoire zich nu eerst op richten zijn het invoeren van markttransparantie en een verbod om onder de kostprijs te vervoeren. Dat zou de kern van het Europees vervoerbeleid moeten worden, als uitwerking van het Witboek Transport, dat de Europese Commissie in 2011 publiceerde.
Er zou een Europese marktobservator ingesteld moeten worden, die controlerende, sanctionerende en bijsturende bevoegdheden krijgt. Een kostprijsmonitor zou in de praktijk moeten toetsen of de tarieven die betaald worden niet te laag zijn (afgezet tegen kostprijsberekeningen door bijvoorbeeld NEA). Zowel schippers als bevrachters en verladers moeten in de plannen de ontvangen en betaalde vervoersprijzen melden bij die kostprijsmonitor.
