De verruiming van de vaargeul van de Westerschelde is vandaag officieel begonnen. De Vlaamse minister-president Kris Peeters, Vlaams minister Hilde Crevits (Mobiliteit en Openbare werken), de Nederlandse staatssecretaris Tineke Huizinga (Verkeer en Waterstaat) en de Antwerps havenschepen Marc Van Peel gaven officieel groen licht vanaf de Antwerpse Noordzeeterminal.
Met de Nederlandse inzet worden werkzaamheden die in 2007 op Vlaams grondgebied startten, eindelijk vervolgd. De Scheldeverdieping levert grote voordelen op voor de toegankelijkheid van de haven van Antwerpen. Naast ruimere tijvensters ligt het in de lijn der verwachtingen dat de toegestane diepgang van afvarende containerschepen straks kan worden vergroot. Het Scheldeverdrag voorziet in een verruiming en uitdieping van de vaargeul om de getij-onafhankelijke vaart op te trekken van de huidige 11,90 meter tot 13,10 meter.
Nautisch wordt voor de Schelde op Nederlands grondgebied rekening gehouden met een kielspeling van 12,5 procent. Hiervoor wordt de Schelde volgens het verdrag uitgediept tot een niveau van -14,70 meter bij GLLWS ( gemiddeld laag laag water spring).
Getij-afhankelijke vaart
De Scheldeverdieping levert tevens grote voordelen op voor de getij-afhankelijke vaart. In eerste instantie worden de tijvensters op de Schelde aanzienlijk verruimd. Tevens zullen door ruimere tijvensters meer diepliggende schepen de Schelde kunnen bevaren. Momenteel beschikken schepen bij opvaart naar Antwerpen over een diepgang tot 15,56 meter. Bij afvaart werd afgelopen december al een nieuwe regeling uitgewerkt waarbij bepaalde containerschepen, afhankelijk van snelheid en vaareigenschappen, tot 14,80 meter getij-afhankelijk kunnen afvaren. De verwachting is dat ook de diepgang van afvarende containerschepen na de Scheldeverdieping kan worden aangepast naar een minimum van 15 meter.