De zaal zat bij het CBRB-congres zo goed als vol.
Directeur Stefan Meeusen van de NPRC was de laatste spreker bij het congres Coöperatief ondernemen, van het CBRB, dat onder leiding stond van CBRB-secretaris Lijdia Pater-De Groot kort voor het begin van de de Construction and Shipping Industry beurs in Gorinchem. Maar hij trof wel doel met zijn omschrijving van een coöperatie. “De markt in de binnenvaart is kinderlijk eenvoudig. Het staat in mijn economieboek deel 1A: je hebt veel aanbieders en een paar vragers op de markt en er is sprake van overcapaciteit. Als je die structuur niet verandert, verandert er niets.”
Volgens Meeusen kan die structuur alleen veranderen als je allemaal samenwerkt. “De oplossing is dus ook kinderlijk eenvoudig: sluit u aan, bij een coöperatie of bij een logistiek dienstverlener.” Veel simpeler kon het niet worden gezegd. De uitleg van achtereenvolgens Jan Vogelaar van het CBRB, Jan Jonker van Tata Steel (voorheen Corus) en Ko Francke van de boerencoöperatie CZAV waren stuk voor stuk de moeite waard, maar zo krachtig hadden zij het nog niet gezegd.
Martijn Rijke van het Nma verweerde zich goed ‘in het hol van de leeuw’.
NMa
Tijdens de bijeenkomst bleek dat Martijn Rijke in de zaal zat, programmamaker Transport van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (Nma). Hij gaf op een zeker moment commentaar. Dat was aanleiding voor oud-voorzitter van Kantoor Binnenvaart Hans Megens om van leer te trekken tegen de houding van de Nma ten opzichte van de binnenvaart. De binnenvaart heeft geen kans een stillegregeling te realiseren terwijl grote (zee)rederijen dat wel kunnen doen. “Kunt u dat uitleggen?” Het verweer van Rijke was dat er in de praktijk misschien niet zoveel verschil is tussen een grote rederij en een heleboel kleine bedrijven, maar dat het juridisch een groot verschil uitmaakt en dat de Nma gewoon moet doen wat de wet voorschrijft. Omdat Rijke zich ‘in het hol van de leeuw had gewaagd’, was er nog niet eerder zoveel waardering voor de Nma na de aanval door Megens.
De voordracht van Ko Francke was bijzonder de moeite waard, vooral dankzij diens prettige manier van spreken. Of de vergelijking tussen het samenwerkingsverband van meer dan 3.000 boeren (omzet meer dan 400 miljoen euro) met de situatie in de binnenvaart vergelijkbaar is, bleef onbeantwoord. Dat ook de boeren net zo goed kampen met de wetten van vraag en aanbod, was wel heel duidelijk.
