Rijkswaterstaat start vandaag met het uitbaggeren van de voorsluis van Sluis Eefde. Dit onderhoud, nodig om de sluis goed bevaarbaar te houden, duurt tot 6 maart.
Als gevolg van het schutten van schepen ontstaat er verplaatsing van sediment. Dit zand en fijn grind slaat uiteindelijk neer in de voorsluis. Als dat sediment niet wordt verwijderd, kan het terechtkomen tussen de deuren, die dan niet meer (goed) kunnen bewegen.
Invaardrempel
In totaal zal 750 kuub sediment worden verwijderd uit de kasten waarin de deuren van de voorsluis draaien. Het werk wordt uitgevoerd door een kraanschip met een eigen beun. Zodra de beun vol is, vaart het schip naar Put Ravenwaarden om de beun te legen. In de voorsluis zal 1.150 kuub sediment worden geëgaliseerd zodat de bodem overal ruim lager ligt dan -1,30 meter NAP, de invaardrempel van de voorsluis.
De voorsluis van Sluis Eefde wordt alleen gebruikt bij lage waterstanden op de IJssel. Dan worden de schepen namelijk in twee stappen omhoog geschut naar het veel hoger gelegen Twentekanaal.
Rijkswaterstaat verwacht dat de scheepvaart minimale hinder ondervindt. Tijdens de werkzaamheden mogen er geen schepen in de voorsluis afmeren. Ze kunnen wel gewoon passeren.