Zaterdag 8 oktober zijn de leden van de NPRC akkoord gegaan met de fusie met een andere coöperatie: de CBV.
De Coöperatieve Binnenscheepvaart Vereniging heet voortaan ook NPRC. De NPRC was al de grootste logistiek dienstverlener in de Nederlandse binnenvaart en breidt het ladingpakket van 11 miljoen ton uit met ongeveer een half miljoen ton.
In de praktijk komt de fusie neer op een overname van de in 1968 opgerichte CBV door de NPRC. Maar juridisch is het een fusie tussen twee coöperaties.
De CBV had nog 90 leden, maar het lidmaatschap betekent daar iets anders dan bij de NPRC. De 115 leden van de NPRC varen exclusief voor de eigen coöperatie. CBV-leden konden ook werk van anderen aannemen. “Enkele leden hebben zelfs vaste contracten bij andere opdrachtgevers”, legt NPRC-directeur Stefan Meeusen uit.
De leden van de CBV kregen bij de fusie de keuze om het lidmaatschap op te zeggen, lid te worden van de NPRC of een proeflidmaatschap aan te gaan waarbij ze al wel reizen doen voor de NPRC, maar de definitieve keuze pas later hoeven te maken.
“Dat hebben we bij de overname van Overmeer ook zo gedaan”, vertelt Meeusen. Vorig jaar nam de NPRC dat Amsterdamse bevrachtingskantoor over.
Grotere contracten
De fusie betekent dat alle rechten en plichten van de CBV overgaan naar de NPRC. Een bevrachter van de CBV was al enige tijd geleden overgestapt naar de NPRC. De andere twee hebben elders werk gevonden. Een boekhouder en een administratieve kracht worden door de NPRC overgenomen van de CBV.
Jaap van der Sluijs, voorzitter van het huidige CBV-bestuur, is tevreden over de fusie: “De historie en het vertrouwen in beide coöperaties is groot, dat gooi je niet zomaar overboord. We kunnen in deze nieuwe samenstelling grotere contracten aan en we kunnen betere voorwaarden bieden. De laatste jaren kregen wij het vanwege onze bescheiden omvang steeds zwaarder. Dus ga je zoeken naar meer massa, meer omvang. Toch wilden we onze waarden behouden. Onder de vleugels van de NPRC slagen we in beide”, aldus Van der Sluijs.
Krimp
Meeusen: “Het was een logische stap. We zijn ongeveer een jaar in gesprek met elkaar geweest. De CBV kampte al jaren met krimp.” De CBV is vooral sterk in het veevoervervoer en in projectlading. De vaart met kleine veevoerschepen naar Veghel heeft een gevoelige tik gekregen door de opening van het Máximakanaal vorig jaar, waardoor op het deel van de Zuid-Willemsvaart tot aan Veghel nu grotere schepen kunnen varen.
“Dat heeft zeker een rol gespeeld”, beaamt Meeusen, die blij is met de fusie. “Onze partners, klanten én concurrenten worden in omvang steeds groter. Om een goede positie te houden aan de onderhandelingstafel voor de vervoerders én om vervoerszekerheid en een goed product te garanderen aan de klant, moet je mee opschalen”.
240.000 ton
Na de overname van Overmeer werd de NPRC de op twee na grootste logistiek dienstverlener op het water in Europa. Het totale laadvermogen van de aangesloten schepen bedraagt momenteel circa 240.000 ton. Dat is ook na de fusie met de CBV niet dermate groot dat die in strijd is met de Europese mededingingsregels.