De hond is een half jaar. En sinds kort gesteriliseerd. Het hele drukke is er vanaf en ze worden ook niet meer constant gebeten. Voor ze met de Kerst stil gingen liggen, had ze de neiging om weg te lopen en het schippersechtpaar hoopt dat dit nu over is.
“Wat denk je”, vraagt de schippersvrouw haar man als ze weer gaan varen. “Zou ze aan boord blijven nu?” Ze besluiten bij de volgende sluis de proef op de som te nemen door de hond gewoon buiten te laten lopen en als het schip zakt haar binnen te zetten. De schipper loopt samen met de hond naar achter als de wal verleidelijk dichtbij komt.
De hond kijkt naar haar baas en kijkt daarna naar het grote verlokkende grasveld. Kijkt nog een keer en hoppa. Zonder enige aarzeling springt ze aan de wal, totaal niet van plan om op het geroep van de baas te reageren.
Zuchtend doet de schippersvrouw haar schoenen en jas aan. Er zaten al brokjes in de zak en ook een hondenriem. Hier was ze immers op voorbereid. De hond doet zich tegoed aan ‘iets’ eetbaars in het gras. En van dat ‘iets’ ligt er heel veel! Eendenstront vermoedelijk. Hopelijk geen vergif.
Het beest rent in de rondte en vreet kilo’s. De vrouw is boos maar hoopt wel dat de hond het overleeft want de sterilisatie had een aardige duit gekost. Dus houdt ze verleidelijk een brokje omhoog en probeert de hond te paaien maar het dier gaat er niet op in. De schipper vaart de sluis uit en komt ook naar het grote grasveld. Hij gooit een paar keer een stok weg in de hoop dat het dier die terug komt brengen. Maar de hond is slim en heeft helemaal geen belang bij wat haar baas wil.
Boos gooit de schipper de stok nu naar haar en dat helpt wonderwel. Bang loopt de hond naar het vrouwtje, laat zich aanlijnen en weet niet hoe snel ze aan boord moet komen. Eindelijk kunnen ze de reis voortzetten. De hond gaat zielstevreden op haar kussen liggen. Ze heeft haar buik vol gegeten en rond kunnen rennen.
Ziek wordt ze er gelukkig niet van. Wel liggen er die dag veel hopen aan dek. Van dat ‘iets’?