- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuwsHoe een schipperszoon zijn droom waarmaakt en burgemeester wordt

Hoe een schipperszoon zijn droom waarmaakt en burgemeester wordt

- Advertentie -

Delen

“Dat ik nou eerst burgemeester moet worden om in de Binnenvaartkrant te komen.” Hij zegt het lachend, gespeeld verontwaardigd. Leon Anink, sinds 23 april burgemeester van Zwijndrecht, laat met de opmerking zien dat hij de krant én de sector kent. Voor de schipperszoon is zijn benoeming een droom die uitkomt.

Toch komt de familie van Leon Anink (43) niet uit de binnenvaart. Zijn vader, Leo, was de enige. Hij ging in 1953 op zijn 15e varen. “En had op zijn 21e al een eigen schip. Een klipper, waarmee hij vooral hout vervoerde. Daarna heeft hij nog achtereenvolgens andere schepen gehad. Waaronder een kleine Franse Motor, die volgens mij De Watergeus heette. Zijn laatste schip was de Vita Nova. Dat was ook een Franse Motor, maar een verlengde. Die heeft hij in 1994 aan een Belg verkocht toen hij aan de wal ging wonen. Dat schip is inmiddels gesloopt.”

Rozenburg

Aninks ouders hebben de eerste zeven jaar van hun huwelijk samen gevaren. “Mijn moeder kon niet zo goed tegen het varen. Daar kreeg ze veel stress van. Toen mijn oudste zus zes werd, is zij aan de wal gaan wonen in Rozenburg. M’n vader voer in die tijd voor Rijkswaterstaat: hij bracht vanuit Duitsland grondstoffen voor de Rozenburgse­sluis.”

Mijn vader heeft altijd gedacht dat ik zou gaan varen

Leon was graag aan boord. “Als m’n vader in het weekend thuis was, lag het schip op de palen bij de GEM of aan de steigers in de Botlek. Als hij naar boord ging – hij hield er niet van om de hele dag thuis te hangen – ging ik altijd mee.”

Als het even kon, voer de jonge Leon mee. “Mijn moeder bracht mij op vrijdag naar Antwerpen of Emmerich. Dan voer ik mee terug naar Rotterdam. En als ik wat langer vrij had, dan ging ik gewoon een paar reisjes mee. M’n vader voer met het laatste schip voor Rhenania, voornamelijk op de Neckar. Dat was echt wel zijn sloot.”

Brandweer

Burgemeester worden was een jongens­droom. “Op de basisschool in Rozenburg had ik al weleens tegen de juf gezegd dat ik burgemeester wilde worden. Niet wetende wat dat inhield, natuurlijk.”

Voor puber Anink leek die droom ver weg. Net als zijn vader ging hij voor­tijdig van school. Na wat omzwervingen werd hij loodgieter. Zijn hart lag echter bij de brandweer. Via de jeugd- en de vrijwillige brandweer kon hij daar beroepsmatig aan de slag. Bij de Gezamenlijke Brandweer in het Rotterdamse havengebied.

Hij sloeg, alsnog, aan het leren. Zo deed hij een studie bestuurs- en staatsrecht. “Dat interesseerde me. Ik was politiek actief geworden als burgerraadslid voor de VVD in Rozenburg. Bij de brandweer deed ik de Academie. Ik werd officier, later commandant en ging me binnen de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond (de voorloper van de Veiligheidsregio, red.) bezighouden met risicobeheersing.”

In 2020 werd hij directeur Bedrijfsvoering bij gemeente Molenlanden, en een half jaar later volgde hij de vertrekkende gemeentesecretaris op. Hij was sinds 2018 ook al raadslid in zijn nieuwe woonplaats, Capelle aan den IJssel. De eerste vier jaar was hij fractievoorzitter van de VVD.

Thuishaven van de binnenvaart

Het vuur om burgemeester te worden doofde nooit, werd zelfs een serieus doel. Zwijndrecht was naar zijn idee dé ideale gemeente.

“Het profiel sprak me aan. Het is dorps, maar toch stedelijk. Je hebt hier alle voorzieningen. De samenwerking met de omliggende gemeenten maakt het voor een bestuurder heel interessant. Net als de complexiteit van de infrastructuur: we hebben hier waterwegen, spoor en rijkswegen. Dan komt die oude liefde voor risicobeheersing weer terug. Dat vind ik extra mooi aan het burgemeesterschap: de portefeuille veiligheid.”

Wij hebben zowat altijd bijstand nodig gehad om het hoofd boven water te houden

De sterke band met de binnenvaart telt ook mee, logisch voor een schippers­zoon. Zwijndrecht profileert zich al jaren als de ‘thuishaven van de binnen­vaart’. Circa 800 binnenvaartschepen staan er ingeschreven en dan zijn er ook nog flink wat bevrachters, rederijen, scheepsbouwers, dienstverleners, het Julia Internaat. Ook de branche­organisaties KBN en ASV zijn niet voor niets in Zwijndrecht gevestigd. En onder de inwoners zijn heel wat (oud-)schippers.

Kennismaking

Anink weet: “We hebben natuurlijk ook de Binnenvaartdagen. De binnen­vaart leeft hier meer dan in andere gemeenten. Als je hier over de kade loopt, zie en ruik je het ook… de
binnenvaartschepen die er liggen en de gasolielucht.”

“De komende weken staan meerdere kennismakingsgesprekken met mensen uit de binnenvaart gepland. Met Koninklijke Binnenvaart Nederland onder andere. Dan zal ik wat meer de beleidsmatige kant gaan horen, want ik heb dan wel een achtergrond in de binnenvaart, maar daar zit ook alweer ongeveer twintig jaar tussen. Er is een hoop veranderd.”

Toch is hij nog aardig op de hoogte. Zo weet Anink dat er bij het Binnenvaartmuseum in Dordrecht ook een verlengde Franse Motor ligt. Dat laat hem niet onberoerd. “Als ze ooit willen uitbreiden of als ze daar weg moeten, dan wil ik wel kijken of we het museum naar Zwijndrecht kunnen halen. Als we ons toch presenteren als thuishaven van de binnenvaart…”

Varen

Anink bezit samen met zijn partner een motorkruiser, een Etap 1100. “Een varende caravan, haha. Maar wel met alles erop en eraan. We liggen bij De Kreek, achter het Eiland van Brienenoord. Ik vaar, als het even kan, elke week, zomer en winter.”

“Mijn vader heeft altijd gedacht dat ik zou gaan varen. Omdat ik vaak meeging en het geweldig vond als ik, toen ik een jaar of tien, elf was, met die schuit mocht varen als hij een potje aan het koken was. Ook die oude, imposante Enterprise-motor boeide me. Die werkte op lucht en het was altijd een heel ritueel in de machinekamer om hem ’s ochtends op te starten.”

Maar ook de keerzijde van het varen was hem duidelijk. “Wij hebben zowat altijd bijstand nodig gehad om het hoofd boven water te houden. De kerk spijkerde ook heel wat bij. Mijn moeder heeft er altijd bij me op gehamerd: ‘Zorg dat je een vak leert, anders leef en werk je voor de bank.’ En daar kwam nog bij: ik ben best een sociaal mens en het contact met anderen miste ik wel aan boord.” Ook op dat vlak had hij het niet beter kunnen treffen dan als burgemeester.

Door Martin Dekker

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -