Donderdag 15 juni kreeg Zandzuig- en overslagbedrijf Van der Waal de Zilveren Green Award voor kraanschip Rival. Dat schip is 52 jaar en dat maakt de erkenning voor duurzaamheid bijzonder.
De Rival stamt uit 1965 en heeft het afgelopen half jaar een uitgebreide verbouwing ondergaan. Het kraanschip is bij scheepswerf Matena gehermotoriseerd met een Volvo D16. “In verband met de Green Award-certificering is er ook een naverbrandingsysteem en roetfilter geplaatst ”, aldus Wim van der Linden, assistent-bedrijfsleider bij Van der Waal. “Het kraanschip voldoet nu reeds aan de Euro stage V-norm, die pas in 2020 van kracht zal zijn”, voegt hij eraan toe.
Om aan de Green Award-eisen te kunnen voldoen, is echter in nog veel meer maatregelen geïnvesteerd, variërend van lekbakken onder de motoren en een gesloten vuilwatercircuit tot aan led-verlichting en schroefasafdichting.
Onderlosser
Een van de meest duurzame aspecten van de Rival is dat het voormalige beunschip in 2015 tot onderlosser verbouwd is. Van der Linden: “Behalve dat het lossen van de 750 kuub ruiminhoud supersnel gaat, kost het dankzij die bodemdeuren ook vrijwel geen energie. Daardoor hebben we een heel lage CO2-uitstoot per gebaggerde kuub. Helaas paste dat aspect niet in de Green Award-systematiek; anders hadden we, denk ik, zelfs goud kunnen halen.”
et het duurzaamheidscertificaat op zak is het 70 meter lange kraanschip een nog slimmere keuze voor opdrachtgevers zoals havens en waterwegbeheerders. “Het was een pittig traject”, vervolgt Van der Linden. “De samenwerking met de Stichting Green Award verliep echter prima en het geeft ook best een trots gevoel als je een schip van meer dan een halve eeuw oud op deze manier gecertificeerd kunt krijgen. Dat is nou écht duurzaam.”
Make-over
“Mooi om te zien dat door deze complete make-over er weer een nieuwe, groene toekomst is voor zo’n schip op leeftijd”, aldus Jan Fransen, directeur van de Green Award Foundation. “En dat ‘groen’ zijn, is steeds belangrijker. Niet alleen om opdrachten te krijgen, maar ook in de concurrentie met spoor- en wegvervoer.”
