Als uit onderzoek blijkt dat de belangrijkste oorzaak van het kapseizen van de Waldhof ligt in de bochtstabiliteit van tankschepen met centertanks, dan moeten ze onmiddellijk stilgelegd worden. Dit stelde voorzitter Jan Veldman van de ESO tijdens zijn nieuwjaarsrede, afgelopen vrijdag (21 januari).
Met betrekking tot de crisis stelt hij dat de binnenvaart kampt met een overcapaciteit van 15 %. “Volgens de laatste CCR-marktobservatie is er in 2009 en 2010 ca 1 miljoen ton netto aan de vloot toegevoegd, goed voor 50 miljoen ton te vervoeren lading op een markt met een omvang van ca 350 miljoen ton. Met andere woorden: er is ca 15% overcapaciteit gecreëerd.” De ESO wil inzetten op het samen met de EU stimuleren van samenwerkingsverbanden, met gebruik van geld uit het Reservefonds. Een eerder voorstel daartoe werd echter afgewezen door de EBU. “Groot was mijn verbazing, toen EBU het ESO-voorstel voor droge lading ter elfder ure afwees. Maar meer nog verbaasde ik mij over de gebruikte argumenten: samenwerking stimuleren zou tegen de mededingingsregels zijn. Maar dit wordt nota bene als maatregel in de Verordening 718/1999 genoemd. Bovendien bestaan er al volumeregels voor samenwerking in de binnenvaart, die kartelvorming moeten voorkomen. Een vorige regeling in Nederland zou geen blijvend resultaat hebben opgeleverd. Dit is absoluut onterecht. De historie leert dat in Nederland twee opgerichte organisaties – PTC en ELV – prima functioneren en drie andere (TAS, Aqua Route en Sabon) inmiddels binnen de koepelcoöperatie NPRC samenwerken. Bij elkaar zijn dit ca 200 schippers, die de crisis dankzij stabiele meerjarencontracten beter doorstaan dan gemiddeld.”
De ESO wil dat de CCR de crisismaatregel om bij investeringen hoger dan 2500 euro in het kader van de overgangsmaatregelen de harheidsclausule toe te passen, continueert. “…omdat omzet en inkomsten nog steeds te laag zijn en naar verwachting ook zullen blijven”, aldus Veldman, die aangaf dat er misverstanden zijn over de losverklaring bij de toepassing van het afvalstoffenverdrag. “Veel ontvangers en losbedrijven zeggen het niet te kennen of weigeren de wettelijk verplichte losverklaring af te geven. We hebben dit al diverse keren onder de aandacht gebracht en zullen ook komend jaar beleidsmakers en handhavers vragen de vinger aan de pols te houden. Het mag niet zo zijn dat de schippers, die hierin geen leidende rol hebben, de dupe worden van onwil.”
Jan Veldman opende zijn rede met een uitleg van de nieuwe werkstructuur van de ESO, de steen des aanstoots voor de ASV, die tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst kwam vertellen dat die vereniging uit de ESO stapte, mede om die reden. Daar ging Veldman overigens niet op in. Wel legde hij uit: “Vorig jaar is de werkwijze en de structuur van ESO onder de loep gelegd door een kleine commissie. Deze heeft diverse voorstellen aan de ESO-raad gedaan, waarvan de meeste in al dan niet geamendeerde vorm zijn aangenomen. Het resultaat is onder andere dat wij elkaar vandaag ontmoeten op een nieuwe vergaderlocatie. Vooral de ontwikkelingen op het gebied van communicatie maakten een vast secretariaat in Brussel steeds minder zinvol.” ESO blijft gevestigd in Brussel. De administratie en verslaglegging worden bij de Bond van Eigenschippers in Brugge ondergebracht. “Beleidszaken, voorbereiden van vergaderingen, etc., zullen voortaan vanaf het Vasteland in Rotterdam worden verzorgd, vanuit het secretariaat van Kantoor Binnenvaart, waar de ESO-organisaties CBOB, ONS en Rijn en IJssel ook hun kantoor houden. Het laatste half jaar hebben we daar al de nodige ervaring mee opgedaan. Ook zal een hoofdbestuur, bestaande uit de vijf landsvoorzitters, de penningmeester, de secretaris-generaal en de voorzitter de besluitvorming van de Raad gaan voorbereiden en de genomen besluiten uitvoeren. 2011 wordt een proefjaar en na evaluatie zal aan het eind van het jaar zo nodig deze structuur bijgesteld worden.”