(foto’s: Cees de Keijzer / www.worldshipsocietyrotterdam.nl)
Halverwege de jaren ’50 van de vorige eeuw bouwde Cornelis Verolme de ertstankers P.G.Thulin, Johannes Frans en Jacob Verolme. Ze waren zodanig geconstrueerd dat op de heenreis olie en terug erts kon worden vervoerd. Een trafiek die beduidend economischer is dan varen in ballast.
Er zijn niet veel van dit soort schepen maar dit jaar was er een te bewonderen in Rotterdam. De grootste ter wereld van dit type, eentje die 300.000 ton kan laden, ruim tien keer meer dan de Nederlandse ertstankers van weleer.
Het betreft de D Whale met, toepasselijk genoeg, een fraaie walvis in haar schoorsteen. Een VLO/OC (Very Large Ore/Oil Carrier), 340 meter lang en 60 breed, met een draagvermogen van 319.869 ton. Zij kwam bij Vopak in de 7de Pet 226.300 ton stookolie laden, om daarna onder de Engelse kust bij Southwold, STS (boord/boord-overslag) bij te laden tot 300.000 ton.
Het schip heeft zeven zusterschepen, de A, B, C, E, F, G en H Whale. In totaal dus acht en dat is het Chinese geluksgetal. De mastodonten zijn dan ook van TMT uit Taiwan. TMT – voorheen de afkorting van Taiwan Marine Transport – is enige tijd geleden gewijzigd in Today Makes Tomorrow.
In dit kader dat ‘vandaag morgen zal maken’ is de rederij ervan overtuigd dat deze meerzijdig functionele schepen de toekomst zijn. Ze zijn uitgerust met zes dekkranen van 30 ton om zelf droge lading te kunnen laden of lossen. Daarnaast hebben ze een boeg- en een hekschroef, wat voor dit soort schepen nogal ongebruikelijk is.
De dekbemanning, inclusief de kapitein, komt uit India en het machinekamerpersoneel uit Roemenië. Zij gingen, via Kaap de Goede Hoop, met ‘super slow steaming’, naar Singapore. Het scheelt de helft aan brandstofverbruik maar met 11.850 mijl voor de boeg duurde de reis wel zeven weken.
(Cees de Keijzer)