Voor de binnenvaart is een belangrijke rol weggelegd om Rotterdam na aanleg van de Tweede Maasvlakte bereikbaar én leefbaar te houden. Dat blijkt uit de resultaten van het Transumo A15-project, die vrijdag 5 juni werden gepresenteerd.
Een van de hefbomen om voor de gewenste verandering te zorgen is de modal split uit te bouwen naar intermodale sturing, zo luidt een van de adviezen. Het betekent meer regie en dus ook dwang. Daarbij “worden de beschikbare modaliteiten optimaal benut: weg, spoor, binnenvaart en pijpleiding.” Bekend is al dat het Havenbedrijf Rotterdam van nieuwe de terminaloperators op de Maasvlakte 2 eist dat ze 45 procent van de containers over water naar het achterland afvoeren.
Transumo maakt ook een kritische opmerking: “De binnenvaart heeft duidelijk veel potentie, maar op organisatorisch vlak liggen nog veel mogelijkheden o ketens efficiënter in te richten.” De opstellers doen een oproep aan de binnenvaartorganisaties om een platform op te zetten voor ketenregie en verduurzaming (omdat ook schonere motoren en slimmere logistieke concepten) gewenst zijn. De binnenvaart zou zich moeten inzetten om een sterkere positie op de zeehaventerminals te krijgen.
Harry Geerlings (projectleider van de Erasmus Universiteit Rotterdam) en André Toet (directeur Havenbedrijf Rotterdam) riepen de betrokken partijen op de handen ineen te slaan bij het uitvoeren van de maatregelen die nodig zijn om de verdrievoudiging op te vangen van het aantal containers: 33 miljoen TEU in 2033. Het gaat om een scala aan maatregelen, variërend van de aanleg van de Oranjetunnel tot beprijzing van personenvervoer en dus ook versterking van de binnenvaartsector.
Binnen het Transumo A 15-project hebben kennisinstellingen en bedrijven uit de regio Rotterdam gezamenlijk innovatieve en duurzame oplossingen ontwikkeld om de regio Rotterdam bereikbaar én leefbaar te houden. Initiatiefnemers van het project zijn de Erasmus Universiteit Rotterdam, Transumo, TNO, Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs, DCMR-Milieudienst Rijnmond en de gemeente en stadsregio Rotterdam.
Harry Geerlings (rechts) overhandigde het eindrapport aan André Toet. (foto Transumo)
Transumo (TRansition SUstainable MObility) is een platform van meer dan 300 bedrijven, overheden en kennisinstellingen die gezamenlijk kennis ontwikkelen op het gebied van duurzame mobiliteit. Het doel is een omschakeling van het huidige, inefficiënte Nederlandse mobiliteitssysteem naar een duurzaam systeem dat ook nog eens bijdraagt aan versterking van de economische concurrentiepositie, met aandacht voor mens en milieu. Transumo’s activiteiten zijn gestart in 2005 en lopen tot eind 2009. Momenteel wordt aan dertig projecten gewerkt. Dat voor de A15 was een van de omvangrijkste.
