In welk land moeten werknemers in de Rijn- en binnenvaart hun premie voor de sociale zekerheid afdragen? De nieuwe EU-verordening voor sociale zekerheid die sinds 1 mei 2010 van kracht is, schept hierover weinig duidelijkheid. Zes Belgische binnenvaartorganisaties doen daarom een gezamenlijke oproep om het sociaal verdrag voor de Rijnvarenden te laten bestaan of te implementeren in de nieuwe verordening.
Onder de oude EU-verordening werd het sociaal zekerheidsregime voor Rijnschepen geregeld door het sociaal verdrag voor Rijnvarenden: sociale zekerheidspremies worden afgedragen in het land waarin de onderneming gevestigd is die het schip in eigendom heeft. In de nieuwe verordening ontbreekt de regel “verzekering in het land van vestiging van de exploitant van het schip”. In plaats daarvan worden de begrippen “verblijfplaats” en “woonplaats van de werknemer” gebruikt om te bepalen in welk land de premies moeten worden afgedragen. Het is niet duidelijk of het sociaal verdrag voor Rijnvarenden nog van kracht blijft. Hierover doen verschillende standpunten de ronde.
Rechtszekerheid in het gedrang
“Hierdoor komt de rechtszekerheid van zowel de exploitant van het Rijnschip als diegenen die erop werken in het gedrang”, schrijven VBR, de Association de Maîtres bateliers, Aequitas, de Unie der Continentale Vaart, Ons Recht en de Bond van Eigen Schippers in een gezamenlijke brief aan de Belgische overheid en de Europese instanties. De organisaties willen dat er meer duidelijkheid komt.
Een aantal afbakeningsregels in de nieuwe verordening zou “moeilijk toepasbaar zijn en de rechtszekerheid niet ten goede komen”. Voor de Rijn- en binnenvaart zouden maar liefst drie verschillende afbakeningsregels van toepassing kunnen zijn: de wetgeving van het land waarin de werkzaamheden worden verricht, de wetgeving van het land waarin de betrokkene woont en de wetgeving van het land waarin de werkgever gevestigd is.
Afdragen
De organisaties wijzen op het specifieke karakter van de binnenvaart: “Het vaarschema van Rijn- en binnenschepen staat niet steeds vast. Het is perfect denkbaar dat eenzelfde schip nu eens gedurende een periode geheel in binnenlands transport actief is, dan weer internationaal. Met alle moeilijkheden van dien om te bepalen in welk land sociale zekerheidsafdrachten dienen te gebeuren. En met het risico dat dit niet steeds in hetzelfde land is.”
De organisaties pleiten ervoor één afbakeningsregel toe te passen op de binnenvaart: afdragen in het land waar de onderneming gevestigd is die het schip in eigendom heeft. Zoals het in het sociaal verdrag voor de Rijnvarenden geregeld is.
(Sarah De Preter)