Het bestuur van de BinnenvaartBrancheUnie staat in hoofdlijnen achter het advies van de werkgroep-De Korte. Dat heeft het in een schriftelijke reactie aan het transitiecomité laten weten. Voorzitter Arie Kraaijeveld van het transitiecomité had BBU, CBRB en Koninklijke Schuttevaer gevraagd om een bestuurlijke reactie op het advies.
De BBU is ervan overtuigd dat de werkgroep een heldere, efficiënte structuur heeft voorgesteld waarmee de binnenvaart de toekomst in kan. In zijn reactie zegt het BBU-bestuur waarde te hechten aan "ledendemocratie, het recht van verenigingen om te blijven bestaan en het recht van deelsectoren om met hun eigen visie naar buiten te treden als er belangenconflicten spelen".
“Tot ons genoegen constateren wij dat deze drie voor ons wezenlijke elementen terugkomen in het advies van de werkgroep-De Korte”, stelt voorzitter Roland Kortenhorst, die de werkgroep complimenteert met het resultaat.
Convenant
De volgende stap is wat de BBU betreft het tot stand komen van een convenant, waarin samen met CBRB en Koninklijke Schuttevaer duidelijke afspraken worden gemaakt over hoe de nieuwe binnenvaartorganisatie er bestuurlijk en operationeel uit moet zien.
Dat convenant zal eerst aan de leden worden voorgelegd ter goedkeuring. “Zo’n convenant is natuurlijk niet vrijblijvend”, vindt Kortenhorst. Als aandachtspunten noemt het BBU-bestuur "een krachtige beleidsparticipatie door leden, één efficiënte en toegankelijke bureauorganisatie en een evenwichtige omgang met eventuele conflicten tussen leden." Ook de contributiestructuur verdient de nodige aandacht, omdat “marktwerking en profilering door contributieverschillen” ongewenst zijn.
