De ACM stopt zijn onderzoek naar de manier waarop ECT de afhandeling van binnenschepen plant. De containerstuwadoor publiceert de planningscriteria op zijn website. De toezichthouder concludeert dat die “objectief, redelijk, non-discriminatoir en transparant” zijn.
De Autoriteit Consument & Markt was het onderzoek gestart na klachten uit de binnenvaart: de ECT Delta- en de Euromax-terminal zouden schepen voortrekken die voor ECT’s eigen shuttlediensten naar het achterland (European Gateway Services) varen. De stuwadoor heeft de beschuldigingen altijd ontkend. De ACM meldt dat er geen overtredingen zijn geconstateerd.
In overleg met de toezichthouder zet het bedrijf de planningscriteria online. “De toezegging draagt bij aan een gelijk speelveld voor het containervervoer met een binnenvaartschip van en naar het achterland van de Rotterdamse haven”, stelt de ACM.
Niet duidelijk
“Uit het onderzoek van de ACM komt het beeld naar voren dat ECT bij het plannen van het laden en lossen van binnenvaartschepen soms gelijke gevallen niet gelijk zou behandelen. Daarnaast blijkt dat het voor sommige binnenvaartschippers niet duidelijk is aan welke eisen zij moeten voldoen om prioriteit te krijgen binnen het planningssysteem van ECT. De ACM heeft geen overtreding vastgesteld, maar ziet wel risico’s voor de mededinging. Met deze toezegging worden deze risico’s vermeden.”
De ACM wil de toezegging verbindend verklaren en stopt het onderzoek naar ECT. De toezegging ligt zes weken ter inzage zodat belanghebbenden daarop kunnen reageren.