Het ‘Rampart RA3200’ ontwerp is van de Canadees Robert Allan. De boot, gebouwd in Turkije, afgebouwd bij Scheepswerf Kooiman en voortgestuwd door twee maal 2650 kW ABC, is vanaf de IJmuidense pier slechts een enorme boeggolf en het topje van de mast. Wanneer hij met zijn kingsize postuur de Haringhaven indraait, wordt duidelijk welke voorbereiding en training zich onderhuids verschuilen, voordat de Ginger en de Brent als spitsen in het elftal van Iskes Towing & Salvage te IJmuiden konden worden opgesteld.
Dinsdag 15 juni: aflosdag. Even functioneert het Iskes-kantoor aan de Loggerstraat voor directie en bemanningen als podium voor de informele uitwisseling van maritieme thema’s, die via VHF als onvriendelijk worden beschouwd. "Info van collega’s voordat je aan boord stapt, voorkomt troubles", aldus een crewlid.
We zitten tegenover Ronald Vergouwen die naast Jim Iskes de directie voert over het familiebedrijf. Familiebedrijf? Jawel! In 1968 was Ben Iskes al een sterke speler aan de sluizen. In de lange historie veranderde de thuismarkt. Het aantal calls van vistrawlers en reefers in de haven nam af. Amsterdam groeide.
Met de uitkomst van 1+1 richtte het bedrijf zijn strategie op de bulkers en tankers. Iskes breidde uit met de Triton (2008), Brent (2009) en Ginger (2010) naast de bestaande vloot van acht sleepboten. Met dit elftal is Iskes in grootte tweede, naast het Deense Svitzer (onderdeel van Maersk).
Gewonnen wedstrijd
Het streven van Iskes is twee boten buiten de sluizen, tree aan de binnenzijde en nog twee in Amsterdam. Sinds januari 2009 manoeuvreren de Iskes-slepers onder andere eveneens de 290 meter grote jongens met bestemming Corus tegen de wal.
Wanneer de Beauforts boven de 6 uitlopen, komen de nieuwe krachtpatsers goed van pas. De Ginger en Brent hebben eveneens een offshore-karakter. De Brent is bijvoorbeeld ingezet in de Duitse Bocht voor het Bard 1 project (windmolens).
"We zijn permanent stand-by", zegt gewezen marineman Vergouwen. Als hwtk op een fregat koerste hij twaalf jaar lang langs vreemde kusten. Hij heeft als zodanig een maritiem accent. "Begrijpen wat collega’s vanaf zee of tijdens een karwei aan je vertellen, is essentieel. Ons handelsmerk is flexibel zijn, aanpakken zonder te veel hiërarchie. Onze deur staat altijd open.”
“Het moet ook wel met ‘salvage’ in onze vlag. Wanneer het buiten flink tekeer gaat en er gebeurt wat, dan kunnen we in ‘no-time’ naar zee. Vorig jaar nog hadden we een explosie en brand op een tanker zo’n mijl of 20 uit de kust. We hebben toen bergingsinspecteurs aan boord gezet en vast kunnen maken. Nadat het gevaar was ‘afgekoeld’ kregen we toestemming om hem de haven van IJmuiden binnen te brengen. Het behoort bij je werk. Zoiets voelt als een gewonnen wedstrijd."
Scheepswerf Kooiman
Wanneer zo’n door Robert Allan ontworpen casco aan de werf komt en de ‘kwartiermaker’ van de firma, Ben Iskes, en opvolger zoon Jim, hun ervaring willen aanbrengen, moet je als werf opletten. Niettemin fikste Kooiman de gecompliceerde afbouw met zijn inmiddels spreekwoordelijke improvisatie, ervaring en kwaliteit.
De identieke Brent en Ginger hebben als afmetingen 32 x 12 meter (zonder fenders). Ruw genomen worden de boten beschermd door een halve meter rubber. De navigatiediepgang is 5,86 meter. Niks voor de Bovenrijn! Germanische Lloyd zette er zijn stempel op.
De machinekamer is vol energie. Prominent nemen de ABC 12 cilinder V-motoren met 1000 toeren hun plaats; ze laten echter bij de installaties voldoende serviceruimte. De motoren staan op flexibels, waarmee de boten opmerkelijk stil functioneren. De ABC’s drijven de in diameter 2500 millimeter Wärtsilä Z-drives aan, die de sleepboot sterke manoeuvreereigenschappen geven.
Met twee pompen met elk een capaciteit van 1400 kuub per uur wordt elke fik geblust. De uitrusting is uitgelegd op de zwaarste klasse FiFi 1. Energie hiertoe is er meer dan voldoende, net als voor de elektrisch aangedreven Voith Schneider-boegschroef.
Elektrisch
Opmerkelijk is dat Iskes gekozen heeft voor elektrische aandrijving van de sleepwinches in plaats van de gebruikelijke hydraulische. "Er kan niets lekken en het is schoon."
Kapitein Arjan Levansier vertelt dat "Iskes een betrekkelijk jonge speler is in de offshore. Daarom ligt deze boot diep van de apparatuur. Er is een zelfbesturend nevelsysteem rond het schip geïnstalleerd, we beschikken over 4000 liter schuim en complete veiligheidsequipement om zo breed mogelijk in de markt te staan. Hier is alles dubbel, achter in het stuurhuis kunnen we ook alles bedienen.”
De Triton is een van de andere boten van Iskes. (foto’s Johan de witte)
“Onze Ridderinkhof-lieren met 80 ton trekkracht en 250 houdkracht hebben twee onafhankelijke trommels. Met deze twee trommels kunnen we varend achter het zeeschip twee sleepdraden – naar stuurboord en bakboord – op de achtersteven vastmaken, om optimaal te kunnen manoeuvreren. De joysticks geven mij en mijn crew de mogelijkheid om heel snel 360 graden te kunnen draaien."
De stuurhut vinden ze in IJmuiden cool. Kooiman heeft met de lessenaar, stuurhut en het inrichten van comfortabele verblijven opnieuw gescoord. De ideeën van Iskes en medewerkers zijn met het timmermansoog meesterlijk verwerkt. De radiokamer en bedieningsconsoles voor onder andere de HS Marine-kraan van Promac bevinden zich achterin het stuurhuis. Mous installeerde en verzorgde de elektrische equipement.
Green Tug
Inmiddels ligt er een ‘Green Tug’ op de tekentafel. Vorig jaar is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd die gesubsidieerd werd door SenterNovem. De ‘Green Tug’ gebruikt brandstofcellen op waterstof om met nul emissie naar een klus te varen.
Op het moment dat er veel vermogen wordt gevraagd, treden de eveneens aanwezige dieselgeneratoren in werking. Ervan uitgaande dat een sleepboot het aanwezig vermogen 85 procent van de tijd niet nodig heeft, is dit concept een zegen voor het milieu.
Iskes Towage & Salvage is een moderne firma in beweging. Het bedrijf zoekt voor uitbreiding medewerkers. Opleiden of functiegericht studeren is mogelijk.
Meer informatie: www.iskestugs.nl.
(Johan de Witte)