Het OnderwijsCentrum Binnenvaart (OCB) en het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) zijn in het kader van het Educatieprogramma een project gestart om samen met de vmbo-scholen nieuw lesmateriaal te ontwikkelen voor de vmbo-opleiding ‘Binnenvaartmatroos’. Dit materiaal zal ingezet worden bij de opleidingen Rijn-, Kust- en Binnenvaart in Harlingen en IJmuiden (Maritieme Academie) en in Rotterdam (Scheepvaart en Transport College). Het materiaal wordt aantrekkelijk voor docent en leerling, actueel en multimediaal inzetbaar.
“De sector binnenvaart slaat de handen ineen met de onderwijsinstellingen en positioneert zich als een kennisdrager die kennis vanuit de binnenvaart voor het onderwijs wil ontsluiten. Dit is bijzonder en levert een bijdrage aan de kwaliteit van het binnenvaartonderwijs”, aldus de projectgroep.
De sector heeft belang bij aantrekkelijk en goed binnenvaartonderwijs. Dat bepaalt niet alleen de kwaliteit van de toekomstige medewerkers, maar ook de omvang van de nieuwe instroom op de arbeidsmarkt. Sterk en wervend binnenvaartonderwijs is tevens een belangrijke schakel in het optimaliseren van het imago van de sector.
De belevingswereld van de jongeren en de manier van informatieverwerking is drastisch veranderd. Jongeren zijn vertrouwd met een creatieve en multidisciplinaire manier van informatieverwerking die past bij deze informatiemaatschappij. Jongeren die kiezen voor binnenvaartonderwijs weten meestal goed wat ze willen en zijn praktisch gemotiveerd. Veelal geen lezers, maar doeners. Wat ze leren, willen ze graag meteen kunnen toepassen en ervaren in de beroepspraktijk. Het te ontwikkelen lesmateriaal dient hierbij aan te sluiten. Dit stelt eisen aan de manier waarop de inhoud aan de leerlingen aangeboden wordt, zowel qua inhoudelijke volgorde als vormgeving. Daarbij wordt steeds weer de link met de beroepscontext gelegd.
Volgens SENS Adviseurs, het bureau dat het materiaal gaat ontwikkelen, zal de lesstof dan ook bestaan uit een mix van praktijkopdrachten en theorie waarbij verschillende activerende digitale media worden ingezet. Daarmee faciliteert het verschillende lessituaties, van frontaal klassikaal, groepsopdrachten, tot multimediale werkvormen en individuele opdrachten. Dit biedt de docent de ruimte om keuzes te maken in de pedagogisch-didactische aanpak die passen bij de leerstijl van de leerling(en). Hierdoor is het voor docenten en leerlingen toegankelijk, aantrekkelijk en beheersbaar. Docenten en deelnemers worden vanaf de start van dit project nauw betrokken bij de ontwikkeling.
In deze eerste fase wordt de projectorganisatie ingevuld en wordt een houtskoolschets gemaakt van het te ontwikkelen materiaal. Naast de onderwijskundigen en ontwikkelaars participeren in ontwikkelgroepen ook docenten van de betrokken vmbo-instellingen en mensen uit de beroepspraktijk. De kennis zit in de sector. Bijna iedereen die vaart, heeft wel een leerling-matroos aan boord of leerlingen aan boord gehad. En op bijeenkomsten hoor je regelmatig dat schippers of rederijen graag aanvullingen zouden willen geven op het onderwijs dat hun leerlingen nu volgen. En voor al deze mensen is er nu de kans want de projectgroep is op zoek naar deskundigen met ruime recente ervaring met de werkzaamheden van de matroos. Mensen die in staat zijn om hierover kennis over te dragen en informatie te geven en die gemotiveerd zijn om concept lesmateriaal inhoudelijk van commentaar te voorzien.
Wilt u meer informatie over het project of heeft u interesse om te participeren in een ontwikkelgroep, dan kunt u contact opnemen met Han van Roozendaal of Mike Blansjaar.