- Advertentie -
- Advertentie -
HomeRubriekAflevering tegen cognossement

Aflevering tegen cognossement [Recht Vooruit]

- Advertentie -

Delen


Een actie van twee schippers, geen onbekenden in de binnenvaart, trok afgelopen december onze aandacht. Ze stelden aan de orde dat zij geregeld lading moesten afleveren zonder dat zij het originele cognossement, dat zij op de laadplaats getekend hadden, terugontvingen. In één geval weigerden ze af te leveren. De commerciële druk op de schippers om af te leveren zonder cognossement werd zo hoog opgevoerd dat ze uiteindelijk losten. Ze stelden via de Schuttevaer publiekelijk de vraag of zij in hun recht stonden bij de weigering te lossen.

Die vraag beantwoorden wij natuurlijk graag. Hoe zit het ook alweer met aflevering en het cognossement?

Zowel in Boek 8 BW als het CMNI is het uitgangspunt eenvoudig. Indien een cognossement is uitgegeven, dan mag uitsluitend de recht- en regelmatig cognossementhouder vragen om aflevering van de lading. Deze regel heeft zijn grondslag in een tweetal belangrijke functies van het cognossement; hij legitimeert de houder als rechthebbende met betrekking tot de aflevering; en hij kan dienen als middel om over de onder het cognossement begrepen zaken te beschikken. Het speelt dan vaak een rol spelen bij verkooptransacties, waarbij het cognossement pas aan de ontvanger wordt gegeven als hij bijvoorbeeld via een L/C betaalt.

Tegen deze eenvoudige regel (aflevering alleen tegen afgifte origineel cognossement) wordt in de praktijk vaak gezondigd, zo blijkt ook uit het relaas van de twee schippers. Het vervoer gaat snel, het cognossement is niet in de buurt van de losplaats en toch geeft de beoogde ontvanger (die al dan niet ook losstation is) opdracht tot lossing. De bevrachter steunt dat, hij heeft zo zijn instructies.

Volkomen terecht maken de schippers bezwaar. Zij lopen risico dat zij de waarde van de lading moeten vergoeden aan de houder van het cognossement.
De juridisch juiste houding zou zijn dat de schipper zich losgereed meldt, vraagt om het cognossement en als hij dat niet krijgt, wacht met aflevering. Hij mag het liggeld gaan berekenen en wachten tot zich een recht- en regelmatig cognossementhouder meldt. Gebeurt dat niet, dan staan de schipper allerhande middelen ten dienste om betaling van zijn vracht en liggeld af te dwingen en uiteindelijk op kosten van de lading te lossen. We zullen die hier niet verder behandelen.

Vooral als de schipper argwaan zou moeten hebben, bijvoorbeeld bij een tijdens de reis gewijzigde losinstructie, terwijl de afzender (al dan niet via de aflader, het laadstation) uitdrukkelijk om een cognossement vroeg, zou dat een indicatie moeten zijn om niet zonder meer te lossen voordat het cognossement boven tafel is. Volgens de wet is de afzender zodra het cognossement is getekend en afgegeven door de schipper, niet meer gerechtigd een ander als geadresseerde aan te wijzen.

Het is bekend dat een formele houding van de schipper niet direct op begrip zal kunnen rekenen. Maar juridisch is het wel het enige juiste. Dat de risico’s niet theoretisch zijn, is bekend.
In Nederland geldt als standaardarrest het geval van de Padus, een uitspraak van de Hoge Raad uit 1989. De Padus had op instructie van zijn afzender (de bevrachter) in Duitsland gelost, maar zonder het origineel van het uitgegeven cognossement in handen te krijgen. Dat lag nog bij diezelfde afzender, die wachtte op betaling van de koopsom.
Hoewel de afzender had bepaald dat afgeleverd moest worden bij het losstation waar afgeleverd werd, was de schipper toch het haasje, omdat hij had afgeleverd zonder om het cognossement te vragen. Het geval wilde dat de koper van de afzender intussen financiële problemen had gekregen en uiteindelijk failliet ging voordat hij de koopsom van de lading had betaald aan de afzender. Die kon met succes de schipper aanspreken. Dat leverde een forse schade op voor de schipper.

Hoe gaat men bij het zeerecht met dit probleem om?
Het zonder cognossement uitleveren is in de zeevaart al langer bekend, nu het cognossementsvervoer aldaar eerder regel dan uitzondering is. Daar is een systeem van garanties of vrijwaringen in zwang, letters of indemnities, waarbij de ontvanger die om aflevering vraagt zonder over het cognossement te beschikken, schriftelijk verklaart de vervoerder op eerste verzoek te vrijwaren tegen claims van derden.
Nu is een dergelijke garantie niet meer dan een verplichting tot betaling door een bedrijf, maar het is beter dan niets.

Frits Bienfait en Bram Marcus,
Van Dam & Kruidenier Advocaten

De tekst is als leidraad bedoeld en de auteurs streven geen volledigheid na. In voorkomend geval is het altijd raadzaam eerst advies in te winnen.

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -