De vierde elektrische pont voor het Noordzeekanaal, de NZK Pont 103, is donderdag 12 mei gedoopt. Inge Keur, commercieel directeur van GVB verrichtte de doophandeling.
De doop vond plaats bij Holland Shipyards Group (HSG) in Hardinxveld-Giessendam, waar de pont is gebouwd. De nieuwe ‘stekkerponten’ vervangen uiterlijk 2023 alle dieselponten over het Noordzeekanaal.
Elektrisch varen
Inge Keur vond het een hele eer getuige te mogen zijn van een historische omwenteling in de scheepvaart. “Negentig jaar geleden begonnen de ponten veelal als stoompont en werden er, net als in de Titanic, steenkolen verstookt in de pont. De eerste grote verandering was het inbouwen van de dieselmotor. Nu er bijna geen ijsbergen meer zijn om tegenaan te varen, is het ontzettend belangrijk voor ons, maar ook voor anderen, om elektrisch te gaan varen om de klimaatverandering af te remmen.”
“GVB wil dat mensen die met het OV reizen er gerust op kunnen zijn dat dit niet meer ten koste gaat van de planeet. Dat gold al voor metro’s en trams, in 2025 geldt het voor alle bussen en volgend jaar al voor de NZK-veerponten.”
Vooroplopen
Ook directeur Marco Hoogendoorn van Holland Shipyards Group is trots. De NZK 103 is in Nederland ontworpen en gebouwd. “Nederland moet, als maritiem land en met onze topingenieurs, ook voorop willen lopen hierin. Als we vooroplopen, klopt iedereen immers eerst bij ons aan.”
De scheepvaart is volgens hem misschien wel de meest uitdagende vorm van transport om te verduurzamen, vanwege de lange investeringstermijnen, lange afstanden en concurrentie. “Zonder stimulering vanuit de overheid zullen de reders en eigenaren die slag niet vanzelf maken,” zegt Hoogendoorn. “We zijn dan ook blij dat Amsterdam samen met GVB het goede voorbeeld geeft.”
Veerboten zijn bij uitstek geschikt voor het varen op batterijen, vanwege de relatief korte afstanden die ze varen en op een vaste route. Hoogendoorn: “Waar de afstanden langer zijn, is de verandering een technische noot die we gaan kraken. In de binnenvaart werken we aan projecten om bestaande schepen uit te rusten met een mini-elektriciteitscentrale op waterstof.”
