Vlak vóór de Kerst is de Den Bosch Max Blauw in de vaart gekomen. Het containerschip is eigendom van de bv Den Bosch Max, een joint venture van logistiek dienstverlener Nedcargo en inland terminaloperator BCTN. Het schip is gebouwd voor de lijndienst tussen de Rotterdamse deepsea terminals en de BCTN-terminal in Den Bosch.
Begin februari volgt het zusterschip: de Den Bosch Max Groen. “Dan is het voor mij pas echt afgerond”, zegt Diederik Antvelink. “Hopelijk kunnen we het dan ook vieren. De proefvaart was op 17 december, precies in de week dat de nieuwe lockdown startte. Ik ben er daardoor zelf niet bij geweest”, zegt de directeur van Nedcargo met hoorbare teleurstelling in zijn stem.
Kleuren
De bijzondere namen zijn eenvoudig verklaard. Joop Mijland, CEO van BCTN, vertelt: “We gebruiken voor onze nieuwe schepen ‘Max’ als achtervoegsel, omdat we streven naar maximale reductie van emissies en maximale intake van aantal containers.”
De Nijmegen Max was de eerste. Nu werd het ‘Den Bosch’, omdat de schepen voor het vervoer naar en van de BCTN-terminal in de Brabantse hoofdstad bedoeld zijn. Ze varen tegen elkaar in.
De kleuren zijn toegevoegd omdat dat duidelijker is dan cijfers, aldus Mijland: “1 en 2 werkt in de praktijk niet zo goed; dat kan bij het melden in havens verwarring oproepen. Nu zijn ze gemakkelijk uit elkaar te houden. De kans bestaat ook dat mensen denken dat het om een koppelverband gaat.” Blauw en groen zijn bepalend in de huisstijl van BCTN: blauw staat voor water en groen voor duurzaamheid.
Sluis Engelen
De schepen zijn 90 meter lang en 11,50 meter breed. Ze passen precies in Sluis Engelen in het Diezekanaal, die maatgevend is voor de vaart naar de Bossche containerterminal. Dankzij het speciale ontwerp kunnen de Den Bosch Max Blauw en Groen 132 TEU meenemen. “24 meer dan eerst”, zegt Antvelink. “Met zes afvaarten per week heb je het over bijna 7.500 TEU op jaarbasis per schip.”
De casco’s zijn gebouwd in China. Antvelink: “Alles lag daar begin vorig jaar stil door corona, daardoor misten we de boot en liepen we wat vertraging op. In augustus arriveerden de casco’s in Werkendam, waar Concordia Damen voor de afbouw tekende. Die werf kenden we al; eerder bouwden we daar de Alphenaar, de Gouwenaar en de
Nijmegen Max. We wisten dus wat we konden verwachten. De eerste keren was ik zenuwachtig, nu is het bijna standaardwerk.”
De aandrijving gebeurt met thrusters: L-drives van Veth Propulsion. “Daarmee hebben we geen volledige, grote machinekamer meer nodig en kan het achterschip korter, met de vorm van een torpedo. Dat veroorzaakt veel minder weerstand en daardoor is ook het verbruik stukken lager.”
Oude liefde roest niet
Nedcargo is al jaren actief in de binnenvaart. Dat begon ooit met het Alpherium, de terminal in Alphen aan den Rijn, en de schepen die daarvandaan varen voor
Heineken. Het multimodale onderdeel werd in 2018 verkocht aan Combined Cargo Terminals. Zodat het in bedrijf uit Waddinxveen zich kan concentreren op groei in de voedings- en drankenlogistiek – met name in België.
Maar toch blijft de binnenvaart in beeld. Vorig jaar kwam, ook in samenwerking met BCTN, de Nijmegen Max in de vaart, en nu de twee Den Bosch Max’en. “Oude liefde roest niet”, zegt Antvelink lachend. “Ik heb zoveel kennis in die sector opgedaan – van het bouwen en exploiteren van schepen onder andere – en ik heb er plezier in. Ik heb ook nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik graag een vlootje schepen opbouw in de toekomst.”
Hij kiest uit overtuiging voor vervoer over water, zo blijkt: “De economie gaat weer groeien, mensen blijven consumeren. Dat kan niet allemaal over de weg. De groei moet in het multimodale worden opgevangen. Nederland wordt steeds voller; dus moeten we de waterwegen beter benutten. Dat is gewoon harde noodzaak.”
Batterijen
Voor Antvelink staat het ook vast dat het vervoer duurzamer, schoner zal worden. Daar is bij de Max-schepen ook al rekening mee gehouden. “Binnen vijf tot tien jaar is alles elektrisch aangedreven. Schepen bouw je voor langere tijd. Dus kun je dat het beste modulair doen. Nu vaart de Den Bosch Max nog dieselelektrisch, maar als de tijd rijp is, kunnen we eenvoudig overschakelen op batterijen.”
BCTN is nauw betrokken bij Zero Emission Services (ZES), het consortium dat werkt aan een concept met verwisselbare batterijcontainers en laadstations. Mijland: “Het eerste komt in Alphen aan den Rijn, daarna volgen onze terminals in Den Bosch, Alblasserdam en Nijmegen. Vanaf dat moment kunnen we volledig elektrisch varen met de Den Bosch Max’en. We zijn al volop in gesprek met ZES, met de gemeente en met de provincie om te kijken hoe we die ‘energiehub’ het beste kunnen realiseren.” Mijland verwacht dat het binnen een jaar zo ver is.