Het gezonken en halfvergane scheepswrak van driemaster Elisabeth Smit in Muiden wordt na jaren geruimd, samen met een gezonken beunbak. HEBO Maritiemservice verwijdert de wrakken in vijf dagen.
Op maandag 7 december startte de ruiming in de Vechtmonding. “Gemeente Gooise Meren en de eigenaar zijn overeengekomen dat er niet meer gewacht hoeft te worden op de behandeling van het hoger beroep dat de eigenaar van de schepen aanhangig heeft gemaakt”, stelt Gwendolyn de Boer, woordvoerster van Gooise Meren.
Andere schepen
Wethouder Jorrit Eijbersen van Gooise Meren, die niet aanwezig was bij de start van de ruiming: “Het is tijd om echt afscheid te nemen van de Elisabeth Smit. Het is fijn dat er overeenstemming is bereikt en dat het verwijderen ook snel kan beginnen. We zorgen er zo voor dat de entree van Muiden weer kan stralen.” De kosten – circa 80.000 euro – neemt de gemeente voor haar rekening.
Er liggen nog een witte klipper, een gezonken praam en enkele kleinere vaartuigen. Voor deze vaartuigen wordt eerst nog de beroepszaak afgewacht. Jarenlang gebeurde er niets, doordat de locatie omstreden was. De plek valt het onder het gezag van gemeente Muiden, Rijkswaterstaat, de Provincie Noord-Holland en het waterschap. In 2002 zonk de Elisabeth Smit op deze plek, waarna in 2015 de eerste mast eraf viel.
Week werk
HEBO Maritiemservice werkt met twee schepen aan de klus, de HEBO-Lift 5 en de HEBO-Cat 9. “De HEBO-Cat 9 gaat stukje voor stukje het schip wegknijpen en in een beunbak laden”, vertelt CEO Marius Punt. “Na circa drie dagen worden de zwaardere delen met de HEBO-Lift 5 uit het water getild en naar Rotterdam gebracht.”
Het schip werd in 1944 gebouwd als Hr. Ms. Marken en voer tot 1957 als mijnenveger. Het lag vervolgens tientallen jaren in het Merwedekanaal nabij Utrecht. In 1977 kocht Harry Smit het schip. Hij bouwde het om tot de 60 meter lange driemaster en bracht het in 1981 opnieuw in de vaart als charterschip onder de naam Elisabeth Smit.
Harry Smit verkocht de barkentijn in 1996 aan Pam van Lohuizen. In de rechtszaken met de gemeente Gooise Meren ontkende Lohuis de eigenaar te zijn en was niet aanwezig bij de ruiming. Smit de bouwer van het schip stond geëmotioneerd te kijken naar de sloop: “Het was niet nodig geweest dat het schip zo ten onderging. Ze was twintig jaar geleden te redden geweest nadat ze gezonken was.”