Een bijzonder sterke stijging van de containeroverslag met 12,3 procent (in tonnen) was de belangrijkste motor achter de groei van de haven van Rotterdam over heel 2017. De totale goederenoverslag groeide met 1,3 procent van 461 miljoen naar 467 miljoen ton.
Tegenover de stijging bij containers stonden dalingen in het droog massagoed met 2,6 procent en het nat massagoed met 4,1 procent. Breakbulk (roll on/roll off en overig stukgoed) daarentegen nam met 7 procent toe. Het Havenbedrijf verwacht dat het overslagvolume in 2018 verder zal groeien, waarbij de groei in de containersector op een lager niveau zal zijn dan de uitzonderlijke groei in 2017.
“De Rotterdamse haven heeft een goed jaar achter de rug”, zei Allard Castelein, CEO van Havenbedrijf Rotterdam 15 februari bij de presentatie van de cijfers. “Onder aanvoering van de containersector groeide de goederenoverslag naar het hoogste niveau ooit. Juist de containersector is van groot belang omdat die een essentiële rol speelt in het creëren van toegevoegde waarde, zoals werkgelegenheid in de haven en het achterland.”
Hij toonde zich eveneens tevreden over het hoge niveau van investeringen in de haven. “Omdat we hierdoor onze bestaande en nieuwe klanten nog beter kunnen faciliteren. Ook over de snelheid waarmee wij onze plannen uitvoeren voor wat betreft energietransitie en digitalisering kunnen we content zijn. Het Havenbedrijf steunt de ambitie in het regeerakkoord om de CO2-uitstoot in 2030 te reduceren tot 49 procent van het niveau in 1990. Om dit waar te maken is nu een groot aantal projecten in onderzoek.”
Hogere omzet, minder winst
CFO Paul Smits zei: “In financieel opzicht was 2017 een goed jaar voor het Havenbedrijf met een hogere omzet en een hoger resultaat vóór belastingen. Daardoor konden wij de investeringen in onder meer verbetering van de haveninfrastructuur op een hoog niveau houden. Samen met de eigen investeringen van de bestaande klanten in de haven is er een zeer hoog investeringsniveau. Dat is nodig om de concurrentie voor te blijven.”
De omzet was 712,1 miljoen euro, een stijging met 4,6 procent ten opzichte van 2016. De nettowinst kwam uit op 187 miljoen, 16,6 procent minder. Dat komt doordat het Havenbedrijf Rotterdam sinds 1 januari 2017 vennootschapsbelasting moet betalen.
Containers
De overslag van containers steeg met maar liefst 10,9 procent naar 13,7 miljoen TEU en met 12,3 procent in gewicht naar 142,6 miljoen ton. In de laatste vijf halfjaren is er sprake van een gestage groeilijn. Het marktaandeel van Rotterdam op de containermarkt is met 31 procent op het hoogste niveau sinds 2000.
De groei manifesteerde zich vooral op Azië en Zuid-Amerika en de aanvoer uit Noord-Amerika. Vooral het feedervolume groeide sterk (21 procent) op alle Europese vaargebieden en met name Scandinavië en de Baltische staten. Bij shortsea bedroeg de groei 10,2 procent, waarbij vooral de overslag op diensten van en naar het Middellandse Zeegebied en ScanBaltic toenam. Ook het achterlandvolume steeg (6,3%).
Deze groei en die van het feedervolume bevestigt de sterke positie van Rotterdam in de netwerken van de container rederijen en grote allianties. De overslag op Maasvlakte 2 nam sterk toe en ook bijna alle overige terminals vertoonden stijgingen. De overslag van beladen containers nam met 12,1 procent sterker toe dan die in lege containers (plus 6,1 procent).
Nat massagoed
De overslag van ruwe olie steeg met 2,3 procent naar 104,2 miljoen ton. Dit was vooral te danken aan hogere bezettingsgraden van de raffinaderijen. De aan- en afvoer van minerale oliën en olieproducten daalde juist met 10,8 procent naar 79,2 miljoen ton, vooral door minder export van stookolie uit Rusland. Ook de afvoer van stookolie naar Azië daalde.
De overslag van chemische producten bleef stabiel terwijl die van biobrandstoffen steeg door een groeiende Europese vraag naar biodiesel. Ook plantaardige en dierlijke producten namen in volume toe. De resterende producten uit de categorie overig nat massagoed daalden in overslag, waardoor de totale categorie afnam met 7,3 procent.
Droog massagoed
De overslag van ertsen en schroot bleef stabiel op ruim 31 miljoen ton, al was er onderling een lichte verschuiving in de tonnages. Schroot groeide en erts daalde licht.
Bij kolen was er een daling met 9,5 procent doordat acht kolencentrales (twee in Nederland en zes in Duitsland) werden gesloten en de overige centrales minder produceerden. De overslag van cokeskolen, nodig voor de productie van staal, daalde licht.
Agribulk steeg met 6,6 procent naar 11,1 miljoen ton. De hoeveelheid overig droog- en biomassagoed daalde licht met 0,6 procent naar 12,1 miljoen ton. Tegenover een groei van de doorvoer van biomassa naar België stond een daling van het overige droog massagoed. Alles bij elkaar daalde het droog massagoed 2,6 procent naar 80,2 miljoen ton.
Roro en overig stukgoed
Roll on/roll off profiteerde van het gebruik van grotere schepen, uitbreiding van het aantal diensten en groei bij bestaande diensten. Dit resulteerde in een stijging van 6,2 procent. Overig stukgoed groeide met 9,8 procent als gevolg van toegenomen export, de afvoer van funderingen voor offshore windprojecten, een hogere aanvoer van staal en een toename van de aluminiumoverslag.