De situatie in de tankvaart is rustig. Er liggen af en toe schepen stil. Is de crisis nu ook in de tankvaart doorgedrongen? OPTO-voorzitter Ronald Versloot: “De crisis speelt een rol in de situatie in de chemie. In het vervoer van diesel, benzine en huisbrandolie zit al jaren een licht dalende tendens.”
Het CBRB heeft bij monde van diverse bestuursleden unaniem de CCR geadviseerd ook in het ADN de mogelijkheid open te houden tankers te verbouwen van enkelwandig naar dubbelwandig. Maar men is zich bewust van de capaciteitsproblematiek. Ronald Versloot: “Daarom staat de overleggroep van het CBRB achter de denkwijze van de besteding van geld uit het Reservefonds voor het slopen van enkelwandige tankers. Uiteraard moeten hiervoor nog nadere zaken uitgewerkt worden. Hieraan zal worden begonnen zodra er inzicht is of het Reservefonds überhaupt aangesproken mag worden door Europa.”
Ronald Versloot, ’14 dagen af’ aan het werk in zijn kantoor, met uitzicht op de Oude Maas, en Dordt. (foto MGR)
Tevens wordt gestudeerd op de oplegregeling die het Crisisberaad Binnenvaart heeft voorgesteld. De voorgestelde oplegregeling is weliswaar voor de droge lading bedoeld, maar het zou ook in de tankvaart kunnen werken. Als het werkt. “Op dit moment is dit echter niet aan de orde.”
Stijgende olieprijs
Versloot geeft een helder beeld van de ontwikkeling in de tankvaart. “De situatie in de minerale producten werd gemaskeerd door bepaalde ontwikkelingen. De afnemers van huisbrandolie in Duitsland en Zwitserland hadden hun voorraden een jaar geleden op een historisch laagtepunt. Dat hield bijvoorbeeld in dat mensen die om huisbrandolie vroegen, soms vijf, zes weken moesten wachten eer er een tankwagen voorreed. Die lage voorraden hadden te maken met de hoge olieprijs. Toen die eind vorig jaar kelderde, nam de vraag met sprongen toe en daar profiteerde de tankvaart van. Nu is de situatie omgekeerd. De voorraadtanks in het achterland zijn gemiddeld voor 65 procent gevuld en de olieprijs stijgt weer.”
Door die situatie komt aan het licht hoe groot de vloot momenteel is. “Er zijn twee vloten, een enkelwandige en een dubbelwandige.”
“Ik wil meer feedback van de OPTO-leden”
Mede als gevolg van signalen van onder andere BP dat er spoedig geen enkelwandige schepen meer welkom zouden zijn, is in hoog tempo nieuw gebouwd. De voorgenomen maatregelen van de oliemaatschappijen werden echter teruggedraaid. “We dachten dat er maximaal vijftig per jaar bij konden komen. Dit jaar stond de teller na oktober al op zeventig. Ik schat dat als alle schepen die nu nog in de pijplijn zitten eenmaal zijn afgebouwd, er genoeg dubbelwandige schepen zijn om in 2018 aan de wettelijke verplichting te kunnen voldoen. “ In 2018 dienen de meeste vloeibare producten in dubbelwandige tankers te worden vervoerd.
“En dan tel ik nog niet eens de tankers mee die worden omgebouwd. Bovendien moet je rekenen dat de efficiencygraad van nieuwe, vaak grotere schepen ook nog veel hoger ligt. Tot nu toe werd van die hogere efficiency nauwelijks gebruik gemaakt, maar dat hield de markt ook goed. Van de andere kant hebben de vele nieuwe, grotere schepen ook een grotere diepgang, waardoor ze gevoeliger worden voor laagwater.”
Sloopregeling
Ronald Versloot is eigenaar en uitbater van de dubbelwandige tanker Commander, waarop hij zelf 14 dagen op/14 dagen af vaart. Onlangs volgde hij Bert Visser op als voorzitter van de OPTO (Overleggroep Particuliere Tankvaart Ondernemers). Hij was al vicevoorzitter. “Ik heb altijd met Bert geklankbord, maar ben nog bezig te ontdekken wat er allemaal moet worden gedaan als voorzitter.”
Versloot is natuurlijk ook nog ondernemer. Zijn er soms geen conflicterende belangen? “Bij de CCR in Straatsburg hebben we ons sterk gemaakt dat ook in het ADN de mogelijkheid komt dat enkelwandige tankers kunnen ombouwen naar dubbelwandige schepen. In feite ben ik dan zeker niet in mijn eigen belang bezig, want die ombouwers kunnen best goedkope concurrenten voor mij zijn. Vrijwel het volledige bestuur van de OPTO heeft dubbelwandige tankers. Toch zijn we unaniem vóór het aanwenden van de 22 miljoen voor de tankvaart in het Reservefonds ten bate van het slopen van enkelwandige tankers.”
Ook al niet in het voordeel van de Commander? “Dat is maar net welke kant je opfilosofeert. Als de markt gezonder wordt doordat er tankers verdwijnen, profiteer ik mee.”
OPTO
De OPTO is onderdeel van de Groep Varende Ondernemers van het CBRB. Veel wordt samengewerkt met de Groep Tankvaart, waarvan rederijen en tankvaartbevrachters lid zijn. Er zijn overlappende gebieden tussen de twee groepen, dat spreekt voor zich. Ronald Versloot: “Samen maken we deel uit van EBU-Tankvaart en zitten we in de werkgroep ADN(R)/
Transportveiligheid van het CBRB. Ik neem daar zelf niet aan deel. Ik ben geen ADN(R)-specialist, zie wel alle informatie voorbij komen. Er zijn twee jonge leden die namens de OPTO in die werkgroep zitten: Alexander Wanders met als vaste vervanger Igor Janssen.”
Versloot plaatst wel belangrijke kanttekeningen bij een al te groot optimisme van deze besteding van de ‘sloopmiljoenen’. “Het is nog verre van zeker of we het hieraan kunnen besteden. Gebeurt het, dan moeten we een bedrag per ton overeenkomen. Uit eerdere gesprekken is duidelijk geworden dat dit niet een zeer groot bedrag zal worden en dat bedrijven wellicht een limiet opgelegd krijgen; anders zijn bedrijven met veel enkelwandige tankers wel erg in het voordeel. Het zal vaak niet genoeg zijn. In sommige gevallen zal het een duwtje in de rug betekenen om te kunnen gaan slopen. Stel je voor dat je net klasse moet maken en je hebt een goed jaar achter de rug; dan kan dit net voldoende zijn.”
Ook als de gelden uit het sloopfonds beschikbaar komen, zal de vermindering van de vloot enkelwandige schepen niet substantieel zijn. “Het is niet genoeg. Maar ik weet zeker dat er geen draagvlak is om een echt nieuwe sloopregeling op te tuigen.”
Regelgeving
Ronald Versloot wil dat in de OPTO meer wordt overlegd. Maandelijks vergadert het bestuur en tweemaal per jaar is er een ledenvergadering. “Je hoeft niet vaker bij elkaar te komen, het kan ook in de vorm van een teleconferentie. De leden wil ik raadplegen, bijvoorbeeld via e-mail, eventueel enquêtes.” Bijvoorbeeld over nieuwe Tankschiff Transport Bedingungen (TTB) in Duitsland, waarin de overliggelden zijn opgenomen. “Ik wil daarover graag feedback hebben van de leden, zodat we best practices uit kunnen wisselen. We zijn er immers voor de leden.”
Regelgeving is een steeds terugkerend thema bij de OPTO. “Regels zijn vaak nodig. Als OPTO letten we erop dat als er nieuwe regels komen, we de onzinnige eruit halen en tegenhouden. Zitten er zinnige regels bij, dan maken we ons er sterk voor dat ze uitvoerbaar worden. We hebben niets tegen zinnige regelgeving, maar we vinden dat van lieverlee de ondernemers ondergesneeuwd raken. Flauwekul moeten we buiten de deur houden. Ik hoor steeds meer geluiden waaruit blijkt om de TMSA uit de zeevaart ook voor de binnenvaart van toepassing te verklaren.” TMSA staat voor Tanker Management and Self Assessment en is een kwaliteitssysteem voor aan boord. “We houden daar de vinger aan de pols.”
Dat doet de OPTO ook voor ontwikkeling van ISGINTT (International Safety Guide for Inland Tankers and Terminals), het opstellen van onder andere regels voor hoe ‘wal en schip’ met elkaar omgaan. Dergelijke regels zijn er voor de zeevaart, maar niet voor de binnenvaart. “Dat kan heel goed zijn voor de binnenvaart als er duidelijkheid en eenduidigheid komen voor welke veiligheidsregels in acht moeten worden genomen als een schip vastmaakt bij de steiger. We verwachten daar al in het eerste kwartaal van 2010 de eerste resultaten van te kunnen presenteren.”
Over regelgeving in het algemeen vindt hij: c’est le ton qui fait la musique. “Het gaat er niet om dat je eraan wordt herinnerd dat je een brandvrije overall moet dragen, maar de manier waarop het wordt gezegd. Andersom is het ook belangrijk dat een schipper niet meteen roept dat iemand zich er niet mee moet bemoeien. Het gaat om het omgaan met elkaar.”
Wat hem betreft intensiveert de samenwerking met de Groep Tankvaart. “Als ik net zo lang voorzitter blijf als mijn voorganger, maak ik nog wel mee dat het één groep wordt, denk ik.” Bert Visser was zelf die mening ook toegedaan. Hij was tien jaar lang OPTO-voorzitter. “Maar het liefst zou ik op die termijn van het hele Vasteland één factuur krijgen.” Daarmee doelt Ronald Versloot op het samensmelten van alle organisaties in het Rijn- en Binnenvaarthuis. “Daar mag je dan wel tien jaar voor uittrekken.”