Minister Schultz van Haegen voelt niets voor invoering van een snelheidsbeperking voor zeeschepen op de Westerschelde. Dat antwoordt ze op vragen van de PvdA-Kamerleden Jacobi, De Vries en Vermue en SGP’er Bisschop. Die hadden daarom gevraagd omdat vanuit de binnenvaart wordt gewezen op gevaarlijke situaties door snelvarende zeeschepen. Zo is er onder meer een online petitie gehouden.
Volgens Schultz wijst niets erop dat zeeschepen te snel varen op de Westerschelde. Een maximumsnelheid haalt volgens de minister van Infrastructuur en Milieu ook weinig uit. “Het opleggen van een snelheidsbeperking aan de zeeschepen is niet altijd een oplossing voor het probleem van de hekgolven. Hekgolven zijn sterk afhankelijk van de vorm van de romp van het schip. De snelheid waarbij het ene schip weinig golven trekt, kan voor een andere schip juist weer veel
hekgolven opleveren. Daarnaast is de ontwikkeling van hekgolven ook nog afhankelijk van de diepgang en de trim van het schip. Bovendien is de ontwikkeling van hekgolven ook nog locatie gevoelig. Dat heeft te maken met de vorm van de vaargeul.”
Andere risico’s
Het opleggen van een snelheidsbeperking kan de veiligheid op de Westerschelde juist nadelig beïnvloeden, stelt Schultz. “Het instellen van een maximumsnelheid betekent voor een deel van de scheepvaart, dat als ze met de stroom mee varen ze te langzaam moeten varen om nog goed te kunnen manoeuvreren. Als de schepen tegen de stroom invaren, moeten ze juist weer een aantal knopen harder varen waardoor dan weer problemen kunnen ontstaan. Kortom om voldoende veilig te kunnen manoeuvreren op de Westerschelde, met zijn sterke stromingen, moeten de schepen voldoende vaart kunnen houden. Een snelheidsbeperking voor zeeschepen betekent derhalve weer andere risico’s en is dus niet de oplossing.”
Het is van belang dat zeevaart en binnenvaartschippers continu alert zijn en begrip hebben voor elkaars situatie. Als dat nodig is, is het aan de Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart om actie te ondernemen Bijvoorbeeld door betrokkenen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en gedrag, vindt de minister.
Nevenvaargeulen en ‘fietspaden’
Ze schrijft dat die commissie al in 2010 het risico heeft onderkend. “Door de toen ingezette schaalvergroting van de met name containervaart op de Westerschelde werd verwacht dat de overige vaarweggebruikers meer hinder zouden ondervinden van die grote zeeschepen. Om die reden heeft de PC diverse concrete maatregelen getroffen om zeevaart en binnenvaart/recreatievaart op de Westerschelde zoveel als mogelijk te scheiden en de gebruikers meer bewust te maken van de risico’s.”
Destijds is gekozen voor het betonnen en in gebruik nemen van nevenvaargeulen voor de binnenvaart en de recreatievaart (de Schaar van Waarde en de Schaar van de Noord) en het invoeren van ‘fietspaden’ langs de hoofdvaargeul. Het scheiden van zeevaart en binnenvaart/recreatievaart moesten de risico’s tot een minimum beperken.
Meer begrip
“Daarnaast is er in het kader van de veiligheid een project opgezet samen met het Nederlandse en Vlaamse loodswezen en de Nederlandse en Vlaamse vertegenwoordigers van de binnenvaartsector om meer begrip voor elkaars situatie te creëren. Hiertoe is een gezamenlijke film gemaakt en zijn wederzijds loodsen en binnenschippers met elkaar meegevaren voor meer begrip. Concreet heeft dit ertoe geleid dat men meer en meer rekening houdt met elkaar.”
Sinds de maatregelen is het aantal meldingen van overlast en waterschade door snelvarende zeeschepen afgenomen, aldus Schultz. Al erkent ze: “Desalniettemin komt het nog steeds voor dat binnenvaart/recreatievaart hinder ondervindt van passerende zeeschepen. De in de petitie genoemde reacties en geuite zorg deel ik derhalve.”
