De vier opvarenden van de sloep die zaterdag 22 augustus op de Oosterschelde door een duwstel werd overvaren, hebben niet goed opgelet. Ze hadden het duwstel niet gezien en hadden ook niet in de gaten dat ze naar het duwstel voeren. Dit blijkt uit het onderzoek dat de Waterpolitie instelde naar de oorzaak van de aanvaring.
Het duwstel, samengesteld uit een duwboot en een geladen tankduwbak, was omstreeks 14.00 uur vanuit het Kanaal door Zuid Beveland de Oosterschelde opgevaren. Vlak bij het Brabantse Vaarwater vond de aanvaring met de sloep plaats.
Radarbeelden
In eerste instantie gaven de betrokken partijen tegenover de Waterpolitie tegenstrijdige verklaringen af over de oorzaak van de aanvaring. Met de verklaring van een getuige en de radarbeelden van de Verkeerspost Hansweert werd het voor de Waterpolitie duidelijk dat de sloep in eerste instantie een koers voer die elk gevaar voor aanvaring uitsloot. Toen het duwstel echter dichtbij was, veranderde de sloep plotseling van koers en voer die juist op het duwstel af.
De getuige verklaarde dat hij zag dat het duwstel een aanvaring probeerde te voorkomen door vol achteruit te slaan. Dat mocht echter niet meer baten..
Geconfronteerd met de bevindingen van de Waterpolitie verklaarde één van de opvarenden van de sloep dat ze het schip inderdaad niet hadden gezien en dat ze van mening waren dat ze niet voeren, maar met hun sloep stillagen.
Na de aanvaring belandden de vier opvarenden in het water. Een zeilschip nam de drenkelingen aan boord en zette ze vervolgens af op het duwstel. Daar werden ze weer door een reddingsboot opgepikt en naar de wal gebracht. De gezonken sloep was door de vier mannen gehuurd om een dagje te vissen. De Waterpolitie heeft proces-verbaal opgemaakt tegen de pleziervaarders.
