In Duitsland staan veel grote infrastructuurprojecten op stapel, maar er is niet genoeg budget om ze allemaal uit te voeren. Projecten ‘concurreren’ met elkaar en de lobbymachine loopt op volle toeren. Zo zette het Duitse CDU-parlementslid Alexandra Dinges-Dierig (foto) deze week de verruiming van het Elbe-Lübeck-kanaal in de kijker. Ze organiseerde een rondetafel met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de havensector in Lübeck.
Bij het gesprek waren ook verkeerspolitici en begrotingsdeskundigen aanwezig. De parlementaire commissie binnenvaart was eveneens vertegenwoordigd.
Enige toegang
De aanwezige parlementsleden namen een letter of intent in ontvangst waarin het Lübeckse haven- en bedrijfsleven hamert op het belang van het Elbe-Lübeck-kanaal voor Noord-Duitsland. Het kanaal is de enige toegang vanaf de binnenwateren tot de Oostzee, zei Dinges-Dierig. Het is een alternatief voor de verstopte verkeerswegen tussen de havens van Hamburg en Lübeck.
Op het Elbe-Lübeck-kanaal kunnen slechts schepen tot 80 meter varen. De uitbouw voor 110 meter lange schepen wordt als niet rendabel beoordeeld, aangezien het vervoerde volume te klein is.
Het is de bekende kip-ei-discussie; zonder de verruiming zal het binnenvaartvervoer over het kanaal ook niet stijgen. De havensector in Lübeck eist dat de overheid minimaal stap voor stap de verouderde sluizen vervangt door nieuwe en grotere kunstwerken.
