Zowel Duitsland als Nederland staan voor een grote opgave bij het onderhoud van hun vaarwegen. Robert Tieman, demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat, stelt voor om de aanpak uit zijn Meerjarenplan Instandhouding 2025-2030 uit te breiden naar de volledige Rijn-as.
Tieman ontmoette op dinsdag 11 november leden van de Duitse binnenvaartorganisatie BDB bij een werkontbijt in de Nederlandse ambassade in Berlijn. Het ging onder meer over de grote inhaalslag die beide landen moeten maken in het onderhoud van de vaarwegen.
Zowel in Nederland als in Duitsland overstijgt het aantal noodzakelijke onderhouds- en verbeteringsprojecten de beschikbare middelen. In Nederland bedraagt de investeringskloof voor komend jaar ongeveer 250 miljoen euro. In Duitsland is het tekort nog groter: alleen al voor het instandhouden van de bestaande infrastructuur is er jaarlijks zo’n 600 miljoen euro te weinig, terwijl veel sluizen dringend renovatie nodig hebben.
“We kunnen niet zonder de binnenvaart als we goederen duurzaam willen vervoeren en verstopping van de wegen willen voorkomen”, benadrukte Tieman. In juni presenteerde zijn ministerie een infrastructuurplan waarin de belangrijkste vaarwegprojecten voor de komende vijf jaar zijn opgenomen. Het plan laat zien hoe de infrastructuur beter kan worden onderhouden door onder meer productiviteitsverhogingen en intensievere samenwerking. Tieman stelde voor om deze aanpak uit te breiden naar de gehele Rijn-as.

Bezuinigingen
De zorgen over de infrastructuur kwamen later op de dag opnieuw aan bod tijdens een parlementaire bijeenkomst van de BDB in het Oostenrijkse consulaat. De Duitse federale verkeersminister Patrick Schnieder benadrukte daar dat de vaarwegen “de ruggengraat moeten blijven van efficiënte en klimaatvriendelijke logistiek”.
Volgens Schnieder zijn op de lange termijn voldoende middelen uit de reguliere begroting noodzakelijk om de onderhoudsachterstanden weg te werken. Door de huidige bezuinigingen moeten echter keuzes worden gemaakt. Als aanvullende financieringsbron wees Schnieder op het Klimaat- en Transformatiefonds, waarin de komende vier jaar ongeveer 400 miljoen euro beschikbaar is voor scheepvaart.
Onbegrijpelijk
In de Duitse federale begroting voor 2026 is 863 miljoen euro gereserveerd voor de vervanging, uitbreiding en nieuwbouw van vaarwegen. Dat is minder dan dit jaar. Ook het budget voor onderhoud daalt: hiervoor is ruim 367 miljoen euro begroot. Binnenvaartvertegenwoordigers noemen het onbegrijpelijk dat de sector, in tegenstelling tot het spoor- en wegvervoer, geen infrastructuurmiddelen ontvangt uit het speciale infrastructuurfonds.
De begroting voor 2026 is inmiddels zo goed als definitief. In de nacht van 13 november heeft de begrotingscommissie van het Duitse parlement tijdens een vijftien uur durende Bereinigungssitzung de laatste wijzigingen doorgevoerd. Dat heeft niet geleid tot extra geld voor de vaarwegen, maar wel tot hogere subsidies voor opleiding en bijscholing. Komend jaar wordt hiervoor 6,8 miljoen euro uitgetrokken. Ook de ondersteuning van het schoolschip RHEIN blijft bestaan.
Afschaffing Moezelheffingen
Een concrete maatregel om de binnenvaart op korte termijn te versterken is volgens verkeersminister Schnieder het afschaffen van de Moezelheffing. Dat gebeurt per 19 november. Ook wil de Duitse overheid plan- en vergunningsprocedures voor infrastructuurprojecten versnellen. Momenteel wordt binnen de ministeries afgestemd over de zogeheten Infrastructuur-Toekomstwet, waarmee cruciale projecten sneller bouwrijp moeten worden gemaakt.
Daarnaast heeft het verkeersministerie vergunningen verleend voor proeven met op afstand bestuurde schepen, die een deeloplossing kunnen vormen voor de personeelsproblematiek. Robert Tieman benadrukte dat het zinvol is om voor dergelijke digitale ontwikkelingen een gezamenlijke Europese aanpak te hanteren om tot uniforme regelgeving te komen.
Nieuwe markten
In februari zal de Duitse verkeersminister de resultaten presenteren van een onderzoek naar toekomstige markten voor de binnenvaart. In zowel de droge lading als de tankvaart nemen de traditionele goederengroepen in volume af. De chemische industrie kampt met historische productiedalingen en is volgens brancheorganisatie VCI teruggevallen naar het productieniveau van 1995. Fossiele brandstoffen verliezen door de energietransitie aan betekenis. Het vervoer van secundaire grondstoffen, containers en zware projectlading is dan weer groeiende. Waterstof geldt als een toekomstmarkt.
Een belangrijk knelpunt is echter de financiering van de vaak gespecialiseerde schepen die nodig zijn voor deze nieuwe goederengroepen. Banken zijn terughoudend met kredietverstrekking vanwege de hoge kosten. Er is momenteel een groot tekort aan moderne 85-meter-schepen voor de kanalen, maar nieuwbouw is lastig financierbaar door de lange terugverdientijden.

Masterplan Binnenvaart
BDB-bestuurslid Martin Staats riep het Duitse verkeersministerie op tot een actualisatie van het Masterplan Binnenvaart, het Duitse maatregelenpakket om de sector te stimuleren. Volgens Staats mag de binnenvaart niet worden overvraagd met te ambitieuze emissie-eisen, omdat er nog geen betaalbaar en breed beschikbaar alternatief voor de dieselmotor bestaat.
Hij wees erop dat de combinatie van een Stage V-motor en synthetische brandstoffen al tot aanzienlijke emissiereducties kan leiden. Daarom pleitte hij voor hernieuwde subsidiëring van moderne conventionele motoren. Duitse binnenvaartondernemers kunnen, in tegenstelling tot hun Nederlandse collega’s, geen subsidie krijgen voor een Stage V-motor. Voor 2026 is er wel 35 miljoen euro beschikbaar voor andere maatregelen om schepen te verduurzamen en te moderniseren.
Aan het afsluitende podiumdebat nam naast diverse Duitse parlementariërs ook Vera Hofbauer deel, werkzaam bij het Oostenrijkse verkeersministerie. Zij ging in op ontwikkeling in de Donauvaart. Dörthe Maltzahn van Knauf Gips benadrukte vanuit verladersperspectief het belang van goede randvoorwaarden voor de sector. “De binnenvaart heeft betrouwbaarheid en een visie nodig. Alleen dan kunnen transporten worden gepland en kan het potentieel beter worden benut.”
Door Sarah De Preter
De Nederlandse minister van IenW Robert Tieman pleitte ervoor om de aanpak uit zijn Meerjarenplan Instandhouding 2025-2030 uit te breiden naar Duitsland. (Foto: BDB)












