Het belooft een gezellig weekend thuis te worden en het schippersechtpaar hoopt dat het varen geen roet in het eten zal gooien. Door het laden dat uit de hand kan lopen. Of door een probleem met het ‘plekje zoeken’ en het ‘auto er af zetten’. Het laden gaat gelukkig voorspoedig en zo varen ze vrijdags al bijtijds naar de haven waar ze het weekend moeten blijven liggen omdat ze pas maandagavond op de losplek mogen aankomen. In de haven aangekomen zien ze dat het er nogal vol ligt en dat er nergens een plaats tegen een steiger vrij is. De auto wordt er toch maar afgezet en de hond gaat er voor de zekerheid al in, want het grote beest over de schepen sjouwen is niet zo makkelijk.
Ze meren af naast een kennis die vertelt de andere ochtend te moeten gaan varen en hij biedt aan hen er tussen te laten. Het schippersechtpaar is opgelucht want zo hoeven ze de hond niet weer aan boord te zeulen en beide motoren worden gestart. Als het lege schip opzij ligt en er een eerste touwtje op een paal vast staat, springt de kennis bij hen aan boord en lopen beide mannen door het gangboord. De schippersvrouw hoort ze kletsen en het doet haar denken aan vroeger. Aan een tijd waarin het heel gewoon was dat de schippers met elkaar samen stonden te klooien. Waarin in elke stuurhut wel iemand te vinden was als er in de rij een motor gestart werd. En men vaak een paar dagen bij elkaar lag en tijd genoeg had om te ouwehoeren. Er wordt een touw aan de wal gezeuld en zij hoeft daar de stuurhut niet voor uit te komen. Ook achter wordt een touw aan de wal gesjouwd. Ze moeten immers goed liggen want er kunnen nog wel meer schepen opzij komen. Daarna wordt de plank gelegd. De mannen staan nog een poosje samen buiten en draaien een sjekkie. Er wordt gepraat over de lage vrachten en de lange wachttijden voor een reis. En dat de tijden hopelijk weer gaan beteren. De schippersvrouw maakt ook nog een praatje met de kennis en bedankt hem dat hij voor hen wilde verhalen. Daarna gaat ze aan de wal, laat de hond uit de auto en loopt een stukje met het dier. En dan kunnen ze naar huis want het schip ligt goed.
Ouderwets samen klooien [Vareling]
Delen
Meer