Voor de toekomst van varend erfgoed is één aanspreekpunt nodig. Waarin de verschillende behoudsorganisaties samenwerken en de lobby versterken. Die wens werd uitgesproken tijdens het symposium van de LVBHB op 14 november.
Met het symposium sloot de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig de maandenlange viering van haar 50-jarig bestaan af. Er waren circa zeventig deelnemers naar de Rijksdienst Cultureel Erfgoed in Amersfoort gekomen.
“Het jubileumjaar duurde te kort”, vond voorzitter Rolf van der Mark. “Het is geslaagd; eigenlijk moet je dit elk jaar doen.”
Het Nederlands varend erfgoed is uniek in de wereld, vinden de LVBHB’ers zelf. Maar de toekomst van dat varend erfgoed is onzeker, doordat de meeste schepen onbeschermd particulier bezit zijn.
Een meerderheid was het dan ook eens met de stelling dat varend erfgoed in Nederland een officiële status moet krijgen. Hoewel er ook deelnemers waren die daar faliekant tegen zijn. Met het oog op de verplichtingen die eigenaren dan mogelijk opgelegd krijgen.
Daar werd tegenin gebracht: “Als een monumentenstatus een bezwaar is, heb je het verkeerde schip gekocht.” Geen bemoeienis met het schip en het willen behouden uit maatschappelijk belang gaat niet samen, was de achterliggende gedachte. “Je moet een beetje gek zijn om deze schepen in originele staat te behouden voor het algemeen belang. Ofwel bevlogen.”
Hypotheek
Een ander probleem is de financiering van historische schepen. Dat kwam naar voren in de presentatie van keurmeester Bart Vermeer. Zelfs als je het vaartuig als woning gebruikt, is dat moeilijk. “Varende erfgoed-woonschepen zijn vrijwel allemaal CvO-plichtig en hebben een regelmatige apk. Maar voor de Rabobank mag je met een hypotheek niet varen.”
Volgens de bank is de hypotheek voor woonboten niet passend voor varend erfgoed. Het probleem lijkt te zijn dat mobiel erfgoed meer risico’s geeft dan onroerend erfgoed.
Scheepsmakelaar Jitse Doeve reageerde: “Naast de Rabobank is er één andere hypotheekverstrekker die die beperking niet kent: Robbe Financiële Raadgevers.”
Vermeer liet jonge eigenaren van varend erfgoed aan het woord: Jouke Jumelet van de hagenaar Heiltje en Willem Weijts van de klipperaak Avontuur. Beiden wonen op hun schip. Zij spraken vol enthousiasme over varend erfgoed in het algemeen, hun schip in het bijzonder, de werkzaamheden en wonen aan boord.
Daarnaast kwam het doorgeven van het erfgoed aan jongere generaties aan bod. Vermeer wil zich ervoor inzetten dat meer jongeren naar de volgende vergadering van de LVBHB komen.
Gesloten
Directeur Nicole Bakker van Vereniging De Hollandsche Molen zorgde met haar verhaal en stellingen voor discussie. Haar organisatie is de koepelorganisatie en belangenbehartiger voor alle Nederlandse molens. “Geslotenheid van de sector is een probleem voor de samenwerking en voor het creëren van draagvlak.” Op de vraag hoe meer interesse en steun voor historische vaartuigen bewerkstelligd kan worden, adviseerde Bakker: “Ga varen met bezoekers.” Maar daar zag menigeen bezwaren: de extra kosten om met personen te (mogen) varen en de extra regelgeving en verzekeringen die daarmee verbonden zijn.
Al met al kregen de deelnemers en de LVBHB tijdens het symposium veel heldere tips voor de volgende vijftig jaar. Zoals meer samenwerken met andere behoudsorganisaties, de jeugd betrekken en het grote publiek om draagvlak te creëren. Dat kan het beste in samenspraak met de lokale en landelijke politiek. Ook via internet zouden de schepen en informatie daarover nog toegankelijker kunnen worden. Belangrijk om de mogelijkheid te scheppen om erkend erfgoed te worden.
Volgens Karel Loef, directeur van Erfgoedvereniging Heemschut, is behoefte aan duidelijke criteria: wat is varend erfgoed? Maar ook: welk erfgoed is uniek en beeldbepalend? Kansen zijn er om door combinaties met ambachten, historische kranen en het algemeen belang te vergroten. Loef adviseerde allianties te smeden. Ook met de chartervaart. “Mobiel en immaterieel erfgoed koppelen en borgen voor toekomst.”
Daar kon Van der Mark zich in vinden. “Met de chartervaart spreken we. We hebben contacten en snuffelen… naar een maritieme alliantie.”
Aanspreekpunt
Martine van Lier van Erfgoedwerf ging na de pauze verder over het behoud voor de toekomst. “Schepen zijn roerende zaken denken veel mensen; dus dat dat kan geen beschermd monument zijn!” Dat ligt volgens haar genuanceerder.
Maritiem erfgoed biedt ook kansen ook voor de omgeving waar de schepen liggen. Gemeenten worden volgens Van Lier “gelukkig steeds vaker trots op de schepen. Maritiem erfgoed heeft mijns inziens bescherming nodig. Willen we dat? is weer een andere vraag.”
Onder aanvoering van burgemeester Eduard van Zuijlen van Enkhuizen, die tevens voorzitter is van de Zuiderzeegemeenten, is een traject gestart om het varend erfgoed in die gemeenten erkend te krijgen – en daardoor ook beschermd. In zijn speech gaf hij aan dat het voor de gemeenten moeilijk is om te communiceren met de historische vloot. “Wie is het overkoepelende, gezamenlijke aanspreekpunt?”
De LVBHB wil daar constructief aan meewerken. De uitgebreide jubileumviering dit jaar gaf een indruk van de potentie. Tijdens de Erfgoedtour doorkruisten 150 schepen door Nederland, blikte voorzitter Van der Mark trots terug. “200 vrijwilligers waren in touw en we ontvingen in Amsterdam een Koninklijke Erepenning. We moeten werken aan de naamsbekendheid, landelijk en lokaal meer met ambtenaren samenwerken. Als een groot blok voor de lobby binnen de FVEN, de Federatie Varend Erfgoed Nederland.”