De Duitse verkeersminister Alexander Dobrindt heeft deze week het lang verwachte Bundesverkehrswegeplan (BVWP) 2030 voorgesteld. Het bevat veel belangrijke vaarwegprojecten, maar de vraag is of het budget volstaat om ze te realiseren.
Het BVWP 2030, de leidraad voor investeringen in de verkeersinfrastructuur gedurende de komende 15 jaar, telt zo’n 1.000 projecten, waarvoor de Duitse overheid in totaal 264,5 miljard euro uittrekt. Bijna de helft van dit budget is gereserveerd voor wegen, 41% voor spoor en 9,3% (24,5 miljard euro) voor de vaarwegen. De nadruk ligt op behoud en optimalisatie van bestaande infrastructuur. 70% van het budget gaat daarnaar toe.
Vaarwegen
De projecten zijn onderverdeeld in de categorieën ‘Vordringlicher Bedarf’, ‘Vordringlicher Bedarf Engpassbeseitigung’ en ‘Weiterer Bedarf’. Projecten uit de eerste categorie kunnen volgens het verkeersministerie vóór 2030 gerealiseerd worden. Het gaat onder andere om de verdieping van Rijn en Main, de uitbouw van het Wesel-Datteln-kanaal, het Datteln-Hamm-kanaal, het Dortmund-Ems-kanaal, de Havel-Oder-Wasserstraße, het kanaal Salzgitter, de nieuwe sluis op het Elbe Seiten-kanaal in Scharnebeck, de tweede Moezelsluizen, de verlenging van de Neckarsluizen tussen Mannheim en Plochingen en de uitbouw van het Elbe-Lübeck-kanaal. Diverse andere vaarwegprojecten (zoals het Saale-kanaal) staan in de categorie ‘Weiterer Bedarf’.
Opsteker voor binnenvaart
De Duitse binnenvaartbond BDB reageert tevreden, ook al had de sector graag gezien dat óók de verhoging van bruggen over de Duitse kanalen en de Elbe in het BVWP hadden gestaan. “Ergerlijke bottlenecks in het vaarwegennet kunnen nu worden weggewerkt”, verklaart BDB-directeur Jens Schwanen. “Dit versterkt de binnenvaart en levert een bijdrage aan de verschuiving naar meer milieuvriendelijk vervoer.”
Positief vindt de BDB dat het ministerie niet alleen naar de directe rentabiliteit van vaarwegprojecten heeft gekeken, maar ook naar hun rol binnen het totale vaarwegensysteem. Projecten die op het eerste zicht minder rendabel zijn, maar een negatieve invloed hebben op de rest van het systeem staan in het plan.
Ook binnenhavenbond BöB toont zich na een eerste analyse tevreden. De politiek in Berlijn heeft volgens directeur Boris Kluge ingezien dat de vaarwegen snel moeten worden aangepakt. “De hoofdaders en de belangrijkste knooppunten staan erin”, aldus Kluge, die de politiek oproept om de projecten uit de categorie ‘Vordringlicher Bedarf’ nu snel om te zetten en perspectieven te zoeken voor de overige projecten.
Beperkt budget
Eenvoudig wordt dit niet, want de middelen zijn beperkt. Daarop wijst de BDB. Veel sluizen en andere kunstwerken op Duitse vaarwegen zijn oud en het valt te verwachten dat hun onderhoud of vervanging de komende jaren veel geld gaat kosten. Het ministerie reserveert dan ook ruim 1 miljard euro voor onderhoudswerken en vervangende projecten.
Daarmee blijft voor de uitbouw van de vaarwegen niet bijster veel meer over. Slechts 5% van de middelen voor de uit- en nieuwbouw van de Duitse verkeersinfrastructuur is gereserveerd voor vaarwegen. Het leeuwendeel gaat naar het spoor en de weg.
“Het is nu aan de politiek om de komende maanden te beoordelen of de focus niet sterker moet liggen op de milieuvriendelijke binnenvaart”, aldus Schwanen. Naar verwachting wordt eind dit jaar het definitieve BVWP afgerond.
Te weinig inspraak
Vanaf 21 maart hebben Duitse staatsburgers 6 weken lang de mogelijkheid om op het BVWP te reageren. Oppositiepartij Bündnis 90/Die Grünen is niet te spreken over deze “veel te korte inspraakperiode”, die bovendien in de Paasperiode valt.
Valerie Wilms, verkeersexpert bij de Grünen, vindt het “niet fair”. Ze roept burgers en parlementsleden op heel kritisch naar het plan te kijken, dat volgens haar een “onrealistisch lange wensenlijst” is waarvoor nooit genoeg geld zal zijn om hem te realiseren.
Ook Die Linke had meer tijd gewenst voor burgerinspraak en vindt dat er te veel geld in weginfrastructuur wordt gestopt en te weinig in milieuvriendelijke alternatieven. Waarmee volgens de partij vooral de belangen van de machtige Duitse auto- en bouwindustrie worden gediend.