De combinatie Isalacogghe bergt de middeleeuwse IJsselkogge die bij Kampen op de bodem van de IJssel ligt. Bovendien ligt er tegen de kogge nog een soort aak en een punter. Deze worden ook uit de IJsselbodem geborgen. Het werk is half september begonnen en duurt tot het eind van dit jaar.
Isalacogghe is een samenwerkingsverband van ADC Archeo Projecten, Baars-CIPRO en HEBO Maritiemservice. De berging is nodig om de zomerbedverlaging te kunnen uitvoeren. Die maatregel is onderdeel van het project Ruimte voor de Rivier IJsseldelta.
Hedendaags watermanagement ontmoet middeleeuws watermanagement
‘Het is een project dat maar één keer per generatie wordt uitgevoerd, een bijzondere uitdaging’, zegt onderwaterarcheoloog Wouter Waldus van Isalacogghe. ‘Een archeologisch unicum voor Nederland. Dat we een koggeschip gaan lichten dat in de 15e eeuw is afgezonken, dat is echt heel bijzonder. Hedendaags watermanagement ontmoet middeleeuws watermanagement.’
‘De aak en de punter hebben een typenaam gekregen, maar verschillen van de hedendaagse aak en punter. Voor deze schepen is geen naam uit de middeleeuwen bekend. De aak is een rivierschip van circa 10 meter lang en de punter is 14 meter lang. Dit is een kust- en rivierschip.’
‘De drie schepen op één locatie laten een uniek beeld zien van hoe vroeger van de kogge de lading verder landinwaarts werd getransporteerd met bulkschepen. De schepen zijn bewust in een oude bedding uit de ijstijd afgezonken. Wij denken nu dat de loop van de rivier hiermee bewust beïnvloed werd. Vandaar dat wij aan watermanagement denken. Inmiddels zijn er ook resten van de oude kade gevonden. De rivier was veel smaller in de middeleeuwen.’
Drempel in de rivier
De middeleeuwse wrakken van de IJsselkogge, de aak en de punter liggen tot 4 meter onder het zand in de bodem van de rivier. De schepen zijn nog grotendeels in hun verband. De drie scheepswrakken zouden, als ze niet worden verwijderd uit de IJssel, als een soort drempel in de rivier achterblijven. Daarom heeft Rijkswaterstaat besloten om ze te bergen.
Ruimte voor de Rivier IJsseldelta is een gezamenlijk project van Rijkswaterstaat en de provincie Overijssel. Op de naastgelegen locaties is inmiddels gestart met het baggeren. Over een lengte van 7,5 kilometer wordt de IJssel uitgediept. HEBO Maritiem bouwde voor de berging een speciale kooiconstructie om duiken mogelijk te maken in de snelstromende rivier. Het water stroomt soms wel tot 1,5 meter per seconde.
Beroepsvaart
Jaap Scheffer, projectleider voor HEBO Maritiemservice: ‘Wij zijn eerst begonnen met een scheepvaartmanagementplan. Het is niet meer alleen vervoeren en hijsen wat we doen; het is een heel project, met zelfs het bouwen van een conserveringsgebouw. Wij meten ook constant de diepte van de rivier, om voor de scheepvaart de diepte te garanderen.’
‘Over het algemeen houdt de beroepsvaart voldoende rekening met ons en de beperkingen, want de breedte van de rivier is door ons werk wel gehalveerd voor de scheepvaart. De watersporters zorgen wel nog al eens voor verrassingen. Ze varen soms zelfs door de afzetting om even van dichtbij te kunnen kijken en houden ook niet altijd rekening met de snelheidsbeperking. Soms worden we daar zelfs een beetje zenuwachtig van. Er zitten toch duikers onder water.’
De gebouwde constructie met de functies van stroomscherm, hijsframe en transportscherm zorgt dat er gewerkt kan worden onder water. Eerst zijn de twee andere schepen omhoog gehaald. Later komt, samen met de kogge, de constructie zelf ook omhoog.
Conservering
‘Er is een speciale constructie gemaakt met een spuitlans die de singels onder het wrak doorspuit’, legt Scheffer uit. ‘In de constructie komen 20 singels te hangen die de kogge ondersteunen bij het hijsen. Het zand aan één kant van de kogge is weggespoten en de aak en de punter zijn weggehaald. De aak was er slechter aan toe dan verwacht werd, maar bleek goed te reconstrueren toen hij bovenkwam.’
‘Nu wordt begonnen met het zand wegspuiten en de singels onder de kogge door te trekken. Het hijsframe is 60 ton en de kogge weegt vermoedelijk 50 ton. Hebolift 6 kan 200 ton hijsen, dus hebben we een reserve van ruim 80 ton met het lichten van de kogge.’
De wrakken worden na berging door HEBO Maritiem overgebracht naar het terrein van stichting Batavialand in Lelystad. Hier is HEBO begonnen met de bouw van een conserveringsgebouw. Daar wordt onderzocht of de wrakken goed genoeg zijn om ze te kunnen conserveren.
Als conservering mogelijk is, hebben scheepsarcheologen daar zo’n drie jaar voor nodig. Daarna kan de IJsselkogge worden overgebracht naar een tentoonstellingslocatie. Als de wrakken in minder goede staat verkeren, dan wordt uitgeweken naar het scheepsarcheologisch depot in Nijkerk van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Definitieve zekerheid over de staat van de IJsselkogge bestaat pas als het wrak boven water is gehaald.