Het multimodaal vervoer in Noord-Brabant zit in de lift. In 2014 nam het aantal over water en spoor vervoerde containers bij de Brabantse inland containerterminals (exclusief Moerdijk) toe met 95.000 TEU tot 660.000 TEU.
Deze berekening vloeit voort uit de cijfers van Brabacon, het informele netwerk van zeven ondernemingen met in totaal tien containerterminals in Brabant. Bovenop de 660.000 TEU aan multimodale overslag werd via de containerterminals ook nog ruim 105.000 TEU over de weg van of naar de zeehavens vervoerd. ‘De cijfers van de Brabantse containerterminals tonen aan dat Brabant een belangrijke draaischijf is tussen de mondiale en de Europese Logistiek’, concludeert Multimodaal Coördinatie- en Adviescentrum Brabant.
Roundtrips
180.000 TEU aan containers werd hergebruikt. Dat voorkwam onnodige leegvrachten. 160.000 containers maakten over het water een roundtrip tussen Rotterdam en Brabant. 23.000 containers werd over het spoor heen en weer vervoerd tussen de zeehaven en Tilburg of Eindhoven.
Op basis van deze ruim 183.000 multimodale transporten met een gemiddelde roundtrip van circa 220 kilometer komt Brabacon uit op 40 miljoen vrachtwagenkilometers die voorkomen zijn. Dankzij deze modal shift wordt jaarlijks zo’n 14 miljoen kilo CO2 minder uitgestoten bij het vervoer tussen de zeehavens en Brabant.
Groei zet door
Sinds 2010 is er weer groei van het containervervoer van en naar de Brabantse inlandterminals te zien. Ook het (licht) groeiende hergebruik van containers draagt bij aan vermindering van het aantal kilometers waarover (lege) containers worden vervoerd.
De groei van het containervervoer zit in zowel binnenvaart als wegvervoer. De beschikbare capaciteit op het spoor (met reguliere diensten tussen Rotterdam en Tilburg/Eindhoven) wordt voor de volle honderd procent benut.
Wachttijden in zeehavens
‘Dat het vervoer over de weg ook groeit, hangt samen met de noodzaak om klanten op tijd te bedienen als de binnenvaart wordt gehinderd door langdurig oponthoud bij de terminals in de zeehavens’, aldus MCA.
[kader positie=”rechts” breed=”52″]
Brabacon
Het Brabacon-netwerk bestaat uit tien containerterminals in Brabant. De zetten circa 20 binnenschepen in voor containertransport van en naar de zeehavens. Daarnaast gaan er dagelijkse treinen met 80 of meer containers van en naar de zeehavens en verzorgen ze continentaal containervervoer op maat via water, weg of spoor.
bedrijven tellen ruim 1.000 medewerkers.
De netwerkpartners zijn:
· BCTN Den Bosch
· Van Berkel Logistics, Inland Terminal Veghel en Inland Terminal Cuijk
· Markiezaat Container Terminal, Bergen op Zoom
· Oosterhout Container Terminal
· OOC-terminals Oss, (trimodaal)
· Regionaal Overslag Centrum Waalwijk
· GVT Group of Logistics – Barge Terminal Tilburg – Rail Terminal Tilburg Rail Terminal Eindhoven
[/kader]
De terminals van Brabant Intermodal (Oosterhout, Waalwijk, Veghel, Cuijk en Tilburg) en Markiezaat (Bergen op Zoom) zetten regelmatig wegvervoer in om die wachttijden te omzeilen bij containers met een grote tijdsdruk. Die terminals schatten dat in 2014 10.000 extra vrachtwagenritten moesten worden gemaakt omdat de leadtimes in Rotterdam te lang en onbetrouwbaar waren. Ook het voorkomen van kosten voor detention (voor de container) en demurrage (voor de lading) zorgde voor meer wegtransport dan gewenst en hinderde aldus de groei van het multimodale transport.
Deze situatie is nog steeds actueel, weet MCA. ‘De terminal in Bergen op Zoom was bijvoorbeeld genoodzaakt in het eerste kwartaal van 2015 om ruim de helft van de containers ongewild per vrachtwagen van en naar de zeehaventerminals te vervoeren.’
Verschil Oost-/West-Brabant
De groei van het multimodale transport is sterker in Midden- en West-Brabant dan in Oost- en Zuidoost-Brabant. In die laatste regio is sprake van een zekere stabilisatie. Volgens Brabacon is bij de traditionele klanten de rek er uit en laten zij de lading die in aanmerking komt ook al daadwerkelijk multimodaal wórdt vervoerd.
MCA: ‘Er zijn weliswaar grotere potentiële klanten, maar die kiezen nog steeds niet of maar beperkt voor multimodaal vervoer, omdat dit niet past. Nieuwe, kleinere klanten zijn er wel, maar dit zorgt nauwelijks voor flinke extra volumes. De echte groei komt vooral van nieuwe, internationale bedrijfsvestigingen of grote investeringen van al gevestigde bedrijven.’
In Noordoost- en Zuidoost-Brabant hebben zich de laatste jaren nauwelijks nieuwe, grote logistieke bedrijven met aanzienlijke containervolumes gevestigd. Vandaar de stabilisatie van het multimodaal containervervoer. De oorzaak hiervan hangt samen met een beperkt aanbod van geschikte bedrijventerreinen.
