Wat lees je in episode 6
De reis strandt in Wijhe, om door de sleepboot Stad Arnhem naar Deventer gesleept te worden. De windrichting is verkeerd.
In couplet 36 staat “Horen” en “Gehoord”, wat wij nu “informeren” en “geïnformeerd” zouden noemen.
De vorige episode eindige op dinsdag. In couplet 37 is het dinsdag na middernacht. Woensdagochtend. Volgens de maankalender is het op woensdag 21 augustus 1878 05.08 uur ‘laatste kwartier’. Halve maan. Biedt het laatste kwartier voldoende licht voor een nachtwandeling langs de IJssel?
De Stad Arnhem is een raderstoomboot van de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij. De NSbM gaat eind 19e eeuw op in het Duitse Wm. H. Müller & Co. NSbM. Dezelfde Müller van het Kröller-Müller Museum. Wm. H. Müller & Co wordt in de 20e eeuw Internatio-Müller, dat in 2001 I.M.tech heet. Dat schrijven zij als Imtech. Sinds een paar jaar is het Koninklijke Imtech N.V.
Een technicus van Imtech installeert een slagboom bij het Kröller-Müller Museum. De cirkel is rond.
Sander Geel
Episode 6 Schip – Rivier 0 – 1
35
Wij die een goede wind behoefden
Om op te zeilen in den stroom
Dat kon ook niet met zeil of boom
Zoo dat wij daar vrij lang vertoefden
Wij dachten dus, en vlug beraan
Maar op de jagers af te gaan.
36
Wij gingen dus bij jagers hooren
Maar d’één zei dit een ander dat
Want om te jagen naar de “Stad”
Daar scheenen zij niet voor geboren
En dan dat werd ons opgelost
Had het ons veel te veel gekost.
37
De “Stad” die ik daar even maalde
Is “Deventer” vier uur van daar,
Wij – zeg ik – raakten dus niet klaar,
Daar ons in ’t eind de maan bestraalde,
Te “Veessen” hadden wij gehoord,
En kwamen daardoor laat aan “Boord”.
38
Ja zo verliepen er twee dagen,
De Schippersvloot klom op tot tien,
Dat konden wij maar duidelijk zien,
Als wij daar om ons heenen zagen,
Die dagen zonken in het niet,
En kregen noch geen eind aan ’t lied.
39
Daar lagen wij, hoe nu te hand’len,
Vandaar weerom en over “Zwoll”,
Dat was voor ons ook lang geen lol,
Het woord was om naar ‘t “Veer” te wand’len,
Om met een sleepboot mee te gaan,
Te sleepen zoo meer wordt gedaan.
40
Wij waren toen reeds met zijn vieren,
Het was zoo’t was, wij zouden gaan
Naar ‘t “Veer”, twee uren daar vandaan
Maar dat bleef noch wat tierelieren
’T Was zus en zo, beschouwd als plicht,
Maar zie daar komt een “Boot”, voor ’t licht.
41
Een sleepboot ! ziet zij al naderen
“Stad Arnhem” ! ’t staat aan beiden zij,
Hield op ons aan en draaide bij,
Het was een sterke boot, met raderen,
Wij maakten onderwijl akkoord
En sleepten zachtjes met haar voort.
(Copyright Albertus Geel)
IJssel met brug. (foto foto Michel van Kooten. Meer foto’s)
Volgende week episode 7: Schip – Rivier, 2 – 1 (eindstand)