De onevenredige stakingen van sluiswachters wekt de zorg van de Duitse middenstand, die mede daardoor hun situatie zien verslechteren. De dreigende ‘verkeerschaos’ en de onberkenbare bevoorrading in combinatie met de toch al wankele conjunctuur doen de Duitse economie geen goed. Uiteindelijk zal dit leiden tot een verkleining van de ruimte voor stakingen.
De vakbond ver.di (Vereinte Dienstleistungsgewerkschaft) schiet met die stakingen zijn doel ruimschoots voorbij, stelt landelijk directeur Herbert Schulte van de BVMW (Bundesverbandes mittelständische Wirtschaft, MKB-organisatie in Duitsland). “En bewijst daarmee onze ondernemingen – die echt niet op blokkades van de transportwegen zitten te wachten – een slechte dienst. Ze hebben geen Fingerspitzengefühl, de vertegenwoordigers van de vakbond snappen niet dat de ondernemingen verkeren in een kwetsbare situatie, die kampen met enorme kostendruk en stijgende lonen en energiekosten en nu door de stakingen grote economische schade lijden.” Hij waarschuwt dat dit ook consequenties heeft voor de verdere ontwikkeling van de infrastructuur in Duitsland.
Het Bundesverband Öffentlicher Binnenhäfen (BÖB) sluit zich daarbij aan: „Vervoer over spoor en de weg is voor de bedrijven duurder nu het niet over water kan”, aldus BÖB-directeur Boris Kluge. “En dat leidt onherroepelijk tot hogere kosten voor het midden- en kleinbedrijf. Laat de stakingen onmiddellijk eindigen en laat de partijen teruggaan naar de onderhandeltafel.”
BÖB zet zich in voor een betere mix van vervoer over water, weg en spoor en bepleit een verbetering van de infrastructuur in Duitsland. “Het dreigende gevaar van een steeds terugkerende verkeersinfarct moet tot bemoeienis van de overheid leiden om de infrastructuur aan te pakken. Een vierde van het goederenvervoer wordt nu per spoor en over water afgewikkeld. Het wordt tijd dat de focus meer op deze alternatieve vervoersdragers wordt gericht en ze betaalbaarder en aantrekkelijker maakt”, aldus Schulte.
