Er moet een vierde kolk komen bij de Volkeraksluizen. Tot de uitbreiding een feit is zou het schutproces versneld moeten worden. Daarvoor kiest de stuurgroep Capaciteit Volkeraksluizen op basis van de resultaten van een verkenning naar de mogelijkheden.
Rijkswaterstaat organiseert woensdag 26 september een informatieavond om het verkenningenrapport toe te lichten. Vanaf woensdag 19 september is dit rapport beschikbaar op www.rijkswaterstaat.nl. Tot woensdag 17 oktober kunnen belanghebbenden reageren.
Wachttijden
De Volkeraksluizen vormen het drukste en grootste binnenvaartsluizencomplex van Europa. Het huidige complex heeft sinds 1977 drie kolken voor de beroepsvaart. De norm is een gemiddelde wachttijd van maximaal 30 minuten in de drukste maand. Met een toenemende scheepvaart kan dat in de toekomst niet meer worden gegarandeerd.
In de verkenning is onderzocht hoe groot het wachttijdenprobleem is en hoe het is op te lossen. De voorlopige voorkeur van de stuurgroep van het project is het schutproces van de bestaande kolken te versnellen en op termijn een extra kolk voor de beroepsvaart aan te leggen.
Informatieavond
De informatieavond wordt gehouden in gebouw Irene, Grimhoek 15 in Willemstad. Aanvang: 19.30 uur, einde: 21.30 uur. Tijdens deze bijeenkomst krijgen bezoekers uitleg over de aanpak van de verkenning, de onderzochte oplossingsalternatieven en de conclusies uit het rapport. Medewerkers van Rijkswaterstaat zijn aanwezig om vragen te beantwoorden. Voor omwonenden, gebruikers en geïnteresseerden is er dan ook gelegenheid om te reageren.
Reageren?
Het verkenningenrapport is hier te downloaden.
Tot 17 oktober kunnen omwonenden, gebruikers en belangstellenden een reactie indienen op dit rapport. Dit kan door een schriftelijke reactie te mailen naar [email protected] of per post te zenden aan Verkenning capaciteit Volkeraksluizen, Rijkswaterstaat Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.
Op basis van de reacties stelt de stuurgroep het definitieve advies op aan de minister van Infrastructuur en Milieu. De minister besluit uiteindelijk over de planuitwerking van het voorkeursalternatief.