Het aantal treinen dat over de Betuweroute rijdt is in het eerste kwartaal van 2010 flink gegroeid. Ten opzichte van het eerste kwartaal in 2009 is het bijna verdubbeld van ruim 2000 tot bijna 4000 treinen (per drie maanden). Dat heeft minister Camiel Eurlings van V&W maandag 14 juni bekendgemaakt op de corridorconferentie in Rotterdam.
Nu rijden er iets meer dan 300 goederentreinen per week over de spoorlijn tussen Rotterdam en de Duitse grens. Aan het eind van 2010 zijn dat er ongeveer 350. Dat klinkt veel maar het zijn dus gemiddeld 2 per uur; één in elke richting. En bij één op de elf getelde treinen gaat het om een losse locomototief.
Marktaandeel
Het marktaandeel van de Betuweroute in het treinvervoer tussen Rotterdam en Duitsland en vice versa steeg van bijna 40 procent in het eerste kwartaal van 2009 tot bijna 60 procent in het eerste kwartaal van 2010. Dat groeit verder want het kabinet besloot begin deze maand het goederenvervoer van Rotterdam naar Noord-Duitsland niet meer via Amsterdam te laten lopen, maar via de Betuweroute en de IJssellijn. Op die manier wordt het spoor in de Randstad ontlast en komt daar meer ruimte voor het personenvervoer.
De groei is, aldus Eurlings, mede ingezet door een stimuleringsregeling van de commerciële exploitant van de Betuweroute: Keyrail, met brancheorganisatie KNV Spoorgoederenvervoer. Die maakt het voor vervoerders aantrekkelijker om van de Betuweroute gebruik te maken. Voor nieuw spoorvervoer en voor lading die eerst via het reguliere spoornet ging. Daarnaast zou het vervoer weer aantrekken; vooral bij de containers en kolen.