De binnenvaart moet rekening houden met ernstige problemen en ladingverlies door lange perioden met lage en hoge waterafvoeren van de rivieren als gevolg van de klimaatverandering. De vrachtprijzen zullen met 9 tot 23 procent toenemen door extreem lage en hoge waterstanden in de Rijn en daarmee prijst de binnenvaart zich gedeeltelijk uit de markt. Het aandeel van vervoer over water kan daardoor afnemen met 8 procent, in de meest droge periode in de zomer zelfs met 28 procent.
Spoor profiteert
Dat stellen wetenschappers van het onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat. Daarin vormen Rijkswaterstaat, Havenbedrijf Rotterdam, Arcadis, TU Delft, Vrije Universiteit, Deltares en TNO een consortium. Ze claimen te hebben aangetoond dat 7 procent van het jaarlijkse transport op de Rijn ernstige hinder ondervindt als het meest extreme klimaatscenario doorzet. Ze hebben gekeken naar het jaar 2050.
Vooral de spoorvervoerder profiteren van de afname van vervoer met de binnenvaart: 88 procent van de lading verschuift naar de rail; 12 procent naar de wegen.
Extra stuwen
Toch verwachten de onderzoekers niet dat de zeescheepvaart zal uitwijken van Rotterdam – die haven leunt sterk op de achterlandverbindingen over water – naar andere Europese havens. Al is er een uitzondering in langere, droge periodes.
Kennis voor Klimaat ziet wel enkele oplossingen. Op de korte termijn zouden extra onderhoud van vaarwegen en het vergroten van de flexibiliteit van de logistiek kunnen helpen. “Op de lange termijn is het voorstel om het gebruik van ICT in de sector te vergroten, extra stuwcomplexen in de Rijn aan te brengen of schepen aan te passen op hun vaardiepte.”